NJB 2017/736
Vraag of openbaar making vanwege het openbaar ministerie van privacy-gerelateerd beeldmateriaal tot uitsluiting van het bewijs in de zin van art. 359a Sv ervan moet leiden kan in het midden blijven, nu de bewezenverklaring ook met weglating van dat bewijs toereikend is gemotiveerd
HR 14-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:428
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 maart 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
15/03212
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Privacy / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:428, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:142, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑2017
- Wetingang
(art. 359a Sv)
Essentie
Vraag of openbaar making vanwege het openbaar ministerie van privacy-gerelateerd beeldmateriaal tot uitsluiting van het bewijs in de zin van art. 359a Sv ervan moet leiden kan in het midden blijven, nu de bewezenverklaring ook met weglating van dat bewijs toereikend is gemotiveerd
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – op meerdere tijdstippen ‘met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen meerdere geldbedragen, toebehorende aan [betrokkene 1], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel’.
Het middel klaagt over de verwerping door het Hof van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.