NJB 2019/107
Verdeling huwelijksgemeenschap. Op het huwelijksvermogensregime is Nederlands recht van toepassing. De vrouw heeft in Rusland een appartement van haar moeder geërfd, zonder uitsluitingsclausule. Valt dat in de gemeenschap? Hoge Raad: De omstandigheid dat op de erfrechtelijke verkrijging van vermogensbestanddelen door een echtgenoot buitenlands recht van toepassing is dat op het punt van het huwelijksvermogensrecht anders luidt dan het Nederlandse recht, kan meebrengen dat het beroep op de Nederlandse wetsbepaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Mede gelet daarop is geen sprake van een verschil van zodanige betekenis dat kan worden gesproken van een ongeoorloofde ongelijke behandeling
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2379
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00587
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2379, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1156, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2018
- Wetingang
(art. 14 EVRM; art. 1 Eerste Protocol EVRM; art. 1 Twaalfde Protocol EVRM; art. 3:166 lid 3, art. 3:189 lid 2, art. 6:2 lid 2 BW; art. 1:94 lid 2 aanhef en onder a (oud) BW)
Essentie
Verdeling huwelijksgemeenschap. Op het huwelijksvermogensregime is Nederlands recht van toepassing. De vrouw heeft in Rusland een appartement van haar moeder geërfd, zonder uitsluitingsclausule. Valt dat in de gemeenschap? Hoge Raad: De omstandigheid dat op de erfrechtelijke verkrijging van vermogensbestanddelen door een echtgenoot buitenlands recht van toepassing is dat op het punt van het huwelijksvermogensrecht anders luidt dan het Nederlandse recht, kan meebrengen dat het beroep op de Nederlandse wetsbepaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Mede gelet daarop is geen sprake van een verschil van zodanige betekenis dat kan worden gesproken van een ongeoorloofde ongelijke behandeling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.