Prg. 2015/323
Het kindgebonden budget is van belang voor de berekening van de draagkracht van de ouder die het budget ontvangt en dus niet voor de berekening van de kosten van het kind, omdat die slechts worden gevormd door hetgeen het kind nodig heeft.
HR 09-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3011
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02543
- Conclusie
wnd. A-G mr. A. Hammerstein
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3011, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1711, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑09‑2015
- Wetingang
Art. 1:392,1:397,1:404 BW; art. 392 Rv
Essentie
Kinderalimentatie. Worden kindgebonden budget en alleenstaande ouderkop voor berekening kinderalimentatie toegerekend aan behoefte van kind?
Nee. Dit is inkomensondersteuning en die moet worden opgeteld bij draagkracht budgetontvangende ouder.
Samenvatting
In deze prejudiciële procedure ex art. 392 Rv stelt het hof de vraag of het kindgebonden budget bij de bepaling van de kinderalimentatie van de behoefte moet worden afgetrokken of bij de draagkracht van de ouder die het budget ontvangt moet worden opgeteld (Hof Den Haag 3 juni 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1288). Voorts vraagt het hof of daarbij onderscheid moet worden gemaakt tussen de alleenstaande ouderkop en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.