Einde inhoudsopgave
Regeling zorgverzekering
Artikel 6.4.1 [Uitkering ter vergoeding van zorgkosten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
29-11-2016, Stcrt. 2016, 66865 (uitgifte: 09-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2016, Stcrt. 2016, 66865 (uitgifte: 09-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
1.
Voor het bepalen van het saldo van de rekening, als bedoeld in artikel 70, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet gaat het CAK uit van de bijdragevervangende belasting, bedoeld in artikel 57, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, die de rijksbelastingdienst met overeenkomstige toepassing van artikel 49, tweede, derde en vierde lid, van de Zorgverzekeringswet vaststelt.
2.
Zolang de bijdragevervangende belasting over enig jaar nog niet is vastgesteld, bepaalt het CAK het saldo van de rekening voorlopig op grond van het bedrag van de bijdragevervangende belasting over het voorafgaande jaar of, indien over het voorafgaande jaar geen bijdragevervangende belasting is vastgesteld, het bedrag van de over het voorafgaande jaar verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.
3.
Een vaststelling als bedoeld in het eerste lid, die afwijkt van het bedrag, bedoeld in het tweede lid, wordt verrekend met het saldo van de rekening.
4.
Een verzoek als bedoeld in artikel 70, vijfde lid, van de Zorgverzekeringswet wordt ontvangen uiterlijk binnen twee kalenderjaren volgend op het kalenderjaar waarin de verlening van de desbetreffende zorg of overige diensten is aangevangen. Indien de laatste gemoedsbezwaarde waarvoor de rekening in stand wordt gehouden is overleden of verzekeringsplichtig is geworden, wordt het verzoek in afwijking van de eerste volzin ontvangen uiterlijk binnen zes maanden volgend op het kalenderjaar waarin de laatste gemoedsbezwaarde is overleden of verzekeringsplichtig is geworden.
5.
Het CAK besluit op verzoeken die zijn ontvangen van 1 januari tot en met 30 juni van enig jaar uiterlijk 1 november van dat jaar.
6.
Een uitkering als bedoeld in artikel 70, vierde lid, onder a, van de Zorgverzekeringswet wordt uitsluitend gedaan op basis van een originele nota.
7.
Het CAK kan de uitkering in gedeelten doen.
8.
Het CAK brengt de uitkering in mindering op het saldo van de rekening met dien verstande dat de uitkering niet hoger is dan het saldo van de rekening.
9.
Het CAK kan de uitkering doen uiterlijk tot en met drie kalenderjaren volgend op het kalenderjaar waarin de zorg is aangevangen.