Einde inhoudsopgave
Participatiewet
Artikel 74 Vangnetuitkering
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende lid 1, de zinsnede 'het toekennen van algemene bijstand, uitkeringen of inkomensvoorzieningen als bedoeld in artikel 69, eerste lid' komt niet overeen met de te wijzigen tekst.
- Bronpublicatie:
25-11-2015, Stb. 2015, 464 (uitgifte: 10-12-2015, kamerstukken: 34273)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2015, Stb. 2015, 465 (uitgifte: 10-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Sociale zekerheid bijstand / Algemeen
Overheidsfinanciën / Gemeentefonds
1.
Indien de verstrekte uitkering op grond van artikel 69 onvoldoende dekking biedt voor de netto lasten van het toekennen van algemene bijstand, loonkostensubsidies of uitkeringen als bedoeld in artikel 69, eerste lid, kan door Onze Minister op verzoek van het college een vangnetuitkering worden verleend.
2.
Jaarlijks wordt bij wet het bedrag dat besteed kan worden aan vangnetuitkeringen als bedoeld in het eerste lid vastgesteld, dat geen deel uitmaakt van het bedrag, bedoeld in artikel 69, tweede lid.
3.
Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt door het college ingediend bij de toetsingscommissie vangnet Participatiewet.
4.
Onze Minister kan voorwaarden verbinden aan het besluit tot verlening van een vangnetuitkering.
5.
Onze Minister kan een vangnetuitkering verminderen, intrekken of weigeren indien:
- a.
hij het college een aanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 76, eerste lid; of
- b.
het college in strijd handelt met een wettelijk voorschrift dat betrekking heeft op de vangnetuitkering of met een voorwaarde die aan het besluit tot verlening van een vangnetuitkering is verbonden.
6.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor:
- a.
de gronden voor verlening van de vangnetuitkering;
- b.
de berekening van de hoogte van de uitkering;
- c.
de voorwaarden, die aan het verzoek worden gesteld;
- d.
de wijze van beoordeling van het verzoek door de toetsingscommissie vangnet Participatiewet;
- e.
de toepassing van het vijfde lid.
7.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld voor de termijn waarbinnen een verzoek kan worden ingediend.