Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 11.9 (onderbouwing noodzaak in verband met de Opiumwet)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
25-10-2023, Stb. 2023, 387 (uitgifte: 21-11-2023, kamerstukken: 36217)
16-10-2023, Stb. 2023, 376 (uitgifte: 27-10-2023, kamerstukken: 36367)
14-03-2020, Stb. 2020, 112 (uitgifte: 09-04-2020, kamerstukken: 35133)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2023, Stb. 2023, 448 (uitgifte: 07-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
13-12-2023, Stb. 2023, 470 (uitgifte: 15-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Als het onteigeningsbelang verband houdt met de handhaving van de artikelen 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, en 11a van de Opiumwet in een gebouw als bedoeld in artikel 13b, tweede lid, van de Woningwet, ontbreekt de noodzaak tot onteigening, tenzij de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 13b, tweede lid, van de Woningwet, geen uitzicht heeft geboden op het duurzaam achterwege blijven van een overtreding van artikel 2, 3, 10a, eerste lid, aanhef en onder 3°, of 11a van de Opiumwet in het gebouw.