NJB 2013/1868:Overheidsaansprakelijkheid. Elektriciteitsmarkt. Inspanningsverplichting. Wet in formele zin. Toetsingsverbod. Bij de liberalisering van de elektriciteitsmarkt treft de formele wetgever in verband met de import van elektriciteit de zogenaamde ‘voorrangsregeling’. Het HvJ EG oordeelt dat de voorrangsregeling in strijd is met de Elektriciteitsrichtlijn. Vervolgens staakt de Staat de uitvoering van de voorrangsregeling. De importeurs van elektriciteit stellen dat zij door die staking schade lijden en vorderen schadevergoeding van de Staat. Het hof wijst de vordering af. HR: De klachten stuiten enerzijds af op de omstandigheid dat de verplichting van de Staat uit het zogenaamde ‘oktoberakkoord’ om te voorzien in zogenaamde ‘prioritaire importcapaciteit’ slechts een inspanningsverbintenis is, en anderzijds op de omstandigheid dat de liberalisering van de elektriciteitsmarkt is vormgegeven door wetten in formele zin die aan toetsing door de rechter aan algemene rechtsbeginselen zijn onttrokken