NJB 2013/1868
Overheidsaansprakelijkheid. Elektriciteitsmarkt. Inspanningsverplichting. Wet in formele zin. Toetsingsverbod. Bij de liberalisering van de elektriciteitsmarkt treft de formele wetgever in verband met de import van elektriciteit de zogenaamde ‘voorrangsregeling’. Het HvJ EG oordeelt dat de voorrangsregeling in strijd is met de Elektriciteitsrichtlijn. Vervolgens staakt de Staat de uitvoering van de voorrangsregeling. De importeurs van elektriciteit stellen dat zij door die staking schade lijden en vorderen schadevergoeding van de Staat. Het hof wijst de vordering af. HR: De klachten stuiten enerzijds af op de omstandigheid dat de verplichting van de Staat uit het zogenaamde ‘oktoberakkoord’ om te voorzien in zogenaamde ‘prioritaire importcapaciteit’ slechts een inspanningsverbintenis is, en anderzijds op de omstandigheid dat de liberalisering van de elektriciteitsmarkt is vormgegeven door wetten in formele zin die aan toetsing door de rechter aan algemene rechtsbeginselen zijn onttrokken
HR 09-08-2013, ECLI:NL:HR:2013:478 (GDF Suez Nederland/Staat)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 augustus 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, C.E. Drion en G. de Groot
- Zaaknummer
12/01982
- Roepnaam
GDF Suez Nederland/Staat
- Vakgebied(en)
Energierecht (V)
Staatsrecht / Wetgeving
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:478, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑08‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA0908, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑03‑2012
- Wetingang
(Overgangswet elektriciteitsproductiesector (OEPS) art. 13 lid 1 en 6 (oud); Richtlijn 96/92/EG (Elektriciteitsrichtlijn) art. 7 lid 5, art. 16)
Essentie
Overheidsaansprakelijkheid. Elektriciteitsmarkt. Inspanningsverplichting. Wet in formele zin. Toetsingsverbod. Bij de liberalisering van de elektriciteitsmarkt treft de formele wetgever in verband met de import van elektriciteit de zogenaamde ‘voorrangsregeling’. Het HvJ EG oordeelt dat de voorrangsregeling in strijd is met de Elektriciteitsrichtlijn. Vervolgens staakt de Staat de uitvoering van de voorrangsregeling. De importeurs van elektriciteit stellen dat zij door die staking schade lijden en vorderen schadevergoeding van de Staat. Het hof wijst de vordering af. HR: De klachten stuiten enerzijds af op de omstandigheid dat de verplichting van de Staat uit het zogenaamde ‘oktoberakkoord’ om te voorzien in zogenaamde ‘prioritaire ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.