Einde inhoudsopgave
Wet voorkoming verontreiniging door schepen
Artikel 11 [Verplichting tot bijhouden van een journaal]
Geldend
Geldend vanaf 21-09-2011
- Bronpublicatie:
06-07-2011, Stb. 2011, 392 (uitgifte: 30-08-2011, kamerstukken: 32375)
- Inwerkingtreding
21-09-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-2011, Stb. 2011, 411 (uitgifte: 20-09-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de zorgplicht van de kapitein van een bij of krachtens die maatregel aangewezen categorie schip ten aanzien van het aan boord bijhouden van een journaal waarin handelingen met betrekking tot het vervoer van schadelijke stoffen, andere stoffen en gedragingen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, worden aangetekend, en de daarbij in acht te nemen regels ten aanzien van onder meer de gegevens die moeten worden vermeld, de wijze van vermelding, alsmede de plaats waarop en de periode gedurende welke het journaal dient te worden bewaard.
2.
De kapitein van een schip aan boord waarvan een journaal dient te worden bijgehouden is verplicht de bevoegde autoriteiten op hun verzoek inzage in het journaal te verlenen en dient hun toe te staan van elke in het journaal geplaatste aantekening een eensluidend afschrift te maken. Desgevraagd dient de kapitein het afschrift voor eensluidend te waarmerken.
3.
Elk aldus vervaardigd en voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van een aantekening in het journaal zal in een gerechtelijke procedure in Nederland als bewijs van de feiten, vermeld in de aantekening, worden toegelaten.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen de krachtens het eerste lid gestelde regels ook van toepassing worden verklaard op schepen als bedoeld in artikel 2 van de Vaartuigenwet 1930 BES en buitenlandse schepen gedurende de tijd dat deze zich in een Nederlandse haven bevinden.
5.
Het bepaalde in het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op schepen als bedoeld in artikel 2 van de Vaartuigenwet 1930 BES en buitenlandse schepen die zich in een Nederlandse haven bevinden.