BA 2018/150
Kennelijk ongegrond bezwaar, maatstaf voor afzien van horen in bezwaarfase, hoorzitting in bezwaar strekt tot waarborg voor zorgvuldige heroverweging
ABRvS 25-04-2018, ECLI:NL:RVS:2018:1365
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
25 april 2018
- Zaaknummer
201707604/1/A2
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:1365, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 25‑04‑2018
- Wetingang
Art. 7:2 lid 1 en 7:3 onder b Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Essentie
Kennelijk ongegrond bezwaar, maatstaf voor afzien van horen in bezwaarfase, hoorzitting in bezwaar strekt tot waarborg voor zorgvuldige heroverweging
Samenvatting
Ingevolge art. 7:3 aanhef en onder b Awb kan van het horen van de belanghebbende worden afgezien indien het bezwaar kennelijk ongegrond is. Dit betekent dat van het horen mag worden afgezien indien er op voorhand redelijkerwijs geen twijfel over mogelijk is dat de bezwaren niet kunnen leiden tot een andersluidend besluit. Anders dan appellante stelt kan niet slechts van het horen worden afgezien indien geen inhoudelijke beoordeling van de feiten behoeft plaats te vinden. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.