Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Belastingwet BES
Artikel 8.3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip inwerkingtreding: 00.00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
23-12-2010, Stcrt. 2010, 20995 (uitgifte: 29-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Belastingwet BES (16-12-2010, Stb. 845).
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Met betrekking tot de overdrachtsbelasting ter zake van een verkrijging waarvan een notariële akte is opgemaakt, wordt aangifte gedaan door het aanbieden van die akte ter registratie. Het verschuldigde bedrag aan overdrachtsbelasting wordt vermeld in een aan de voet van de akte gestelde, door de verkrijger of namens deze door de notaris ondertekende verklaring. In die verklaring wordt tevens vermeld of in verband met de verkrijging van de onroerende zaak of zaken tevens een of meer roerende zaken zijn verkregen. Indien dat het geval is, wordt in de verklaring voorts vermeld welke roerende zaak of zaken het betreft, voor welk bedrag deze werd of werden verkregen en of dat bedrag is begrepen in de in de akte vermelde tegenprestatie voor de onroerende zaak of zaken. Voor zover overigens in de akte niet alle gegevens voorkomen waarvan kennisneming van belang kan zijn voor de heffing van de overdrachtsbelasting, worden deze eveneens opgenomen in de verklaring.
2.
Voor zover de gegevens, bedoeld in de vierde volzin van het eerste lid, zijn opgenomen in het lichaam van de akte of in een aan de akte gehechte en door de verkrijger ondertekende bijlage, kan in de verklaring worden volstaan met een verwijzing naar die gegevens.
3.
De aangifte, bedoeld in het eerste lid, kan worden gedaan door een afschrift van de aldaar bedoelde akte, vergezeld van het daartoe door de Belastingdienst beschikbaar gestelde voorblad, langs elektronische weg ter registratie aan te bieden. Dit voorblad treedt dan in de plaats van de in het eerste lid bedoelde verklaring.