Einde inhoudsopgave
Mijnbouwwet
Artikel 89 [Verplichtingen vergunninghouder in opsporingsovereenkomst]
Geldend
Geldend vanaf 08-08-2008
- Redactionele toelichting
Het afdelingsopschrift is vervallen.
- Bronpublicatie:
12-06-2008, Stb. 2008, 248 (uitgifte: 03-07-2008, kamerstukken: 31090)
- Inwerkingtreding
08-08-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-07-2008, Stb. 2008, 322 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
In de opsporingsovereenkomst worden bepalingen opgenomen die de vergunninghouder ertoe verplichten:
- a.
de voor hem uit de vergunning voortvloeiende rechten uit te oefenen ten behoeve van de samenwerking en overeenkomstig de gezamenlijke besluiten die met inachtneming van artikel 91 zijn genomen door de vergunninghouder en de vennootschap;
- b.
het door hem aangaan, wijzigen of beëindigen van duurzame samenwerking met derden ter zake van verkenning en opsporing te onderwerpen aan goedkeuring door de vergunninghouder en de vennootschap gezamenlijk;
- c.
aan de samenwerking ten goede te doen komen zijn kennis en ervaring op het gebied van verkenning, opsporing, winning en afzet van koolwaterstoffen en daarmee samenhangende gebieden zoals het transport, de opslag en de behandeling daarvan.