Einde inhoudsopgave
Wet financiering politieke partijen
Artikel 35
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
19-10-2022, Stb. 2022, 412 (uitgifte: 27-10-2022, kamerstukken: 35657)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-11-2022, Stb. 2022, 462 (uitgifte: 23-11-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Kiesrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Er is een Commissie toezicht financiën politieke partijen, hierna te noemen: de commissie.
2.
De commissie bestaat uit drie leden. De leden worden door Onze Minister benoemd voor ten hoogste vier jaar. Herbenoeming kan twee maal en telkens voor ten hoogste vier jaar plaatsvinden.
3.
Niet voor benoeming in aanmerking komt degene die in de periode van vier jaar voorafgaand aan het vervullen van de vacature een van de volgende ambten heeft bekleed:
- a.
lid van de Staten-Generaal,
- b.
minister;
- c.
staatssecretaris;
- d.
lid van het Europees Parlement;
- e.
lid van de Europese Commissie;
- f.
lid van provinciale staten;
- g.
commissaris van de Koning;
- h.
gedeputeerde;
- i.
lid van de raad van een gemeente;
- j.
burgemeester;
- k.
wethouder;
- l.
lid van de eilandsraad van Bonaire, Sint Eustatius of Saba;
- m.
Rijksvertegenwoordiger voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
- n.
gezaghebber van Bonaire, Sint Eustatius of Saba;
- o.
eilandgedeputeerde van Bonaire, Sint Eustatius of Saba;
- p.
lid van het algemeen bestuur of van het dagelijks bestuur van een waterschap.
4.
De commissie heeft tot taak Onze Minister te adviseren over de toepassing en het toezicht op de naleving van deze wet.
5.
Onze Minister stelt aan de commissie, al dan niet op verzoek, de gegevens ter beschikking die nodig zijn voor een goede vervulling van haar taak.
6.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de werkwijze van de commissie.