NJ 1927, p. 1202
Verhouding Zuid-Holl. Credietvereeniging tot Credietgenietende leden, die een inschrijving hebben genomen, waarop een percentage is gestort. Vordering tot bijstorting door de curatoren der gefailleerde Credietvereeniging. Door het Hof ten onrechte schenking aangenomen.
HR 08-04-1927, ECLI:NL:HR:1927:287, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 april 1927
- Magistraten
Mrs. Bosch, Visser, van den Dries, Schepel en van Gelein Vitringa.
- Zaaknummer
[08041927/NJ_1927,_p._1202]
- Conclusie
Mr. Tak
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- JCDI
JCDI:ADS150875:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1927:287, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑04‑1927
- Wetingang
Essentie
Verhouding Zuid-Holl. Credietvereeniging tot Credietgenietende leden, die een inschrijving hebben genomen, waarop een percentage is gestort. Vordering tot bijstorting door de curatoren der gefailleerde Credietvereeniging. Door het Hof ten onrechte schenking aangenomen.
Samenvatting
De aanhaling in het cassatiemiddel van de wetsbepalingen, waarbij het burgerlijk recht op handelsovereenkomsten toepasselijk wordt verklaard, is niet noodig, daar ook zonder die wetsbepalingen die toepasselijkheid, behoudens uitdrukkelijke uitsluiting, zou moeten worden aangenomen (= H. R. 8 Mei 1914, N. J. 1914 blz. 715.)
Het Hof heeft ten onrechte de vordering niet-ontvankelijk verklaard op grond dat de overeenkomst tusschen de Credietvereeniging en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.