NJ 2022/28
Pensioenrecht. Bestuurdersaansprakelijkheid. Mededeling betalingsonmacht (art. 23 Wet Bpf 2000); bedrijfstakpensioenfonds op andere wijze op hoogte betalingsonmacht rechtspersoon.
HR 24-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1976
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 december 2021
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/01781
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS631954:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1976, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:523, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2020
- Wetingang
Essentie
Pensioenrecht. Bestuurdersaansprakelijkheid. Mededeling betalingsonmacht (art. 23 Wet Bpf 2000); bedrijfstakpensioenfonds op andere wijze op hoogte betalingsonmacht rechtspersoon.
Samenvatting
Het strookt met de strekking van de melding van de betalingsonmacht als bedoeld in art. 23 lid 2 Wet Bpf 2000 om aan te nemen dat deze achterwege kan blijven indien het bedrijfstakpensioenfonds tijdig op andere wijze dan door middel van een melding van betalingsonmacht op de hoogte is geraakt van de betalingsonmacht van de rechtspersoon en van de omstandigheden die daartoe hebben geleid, en deze wetenschap dusdanig is dat het bedrijfstakpensioenfonds op basis daarvan in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.