RvdW 2016/764
Bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van gestelde bijzondere voorwaarden en reclasseringstoezicht ontoereikend gemotiveerd.
HR 21-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1237
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 juni 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/02587
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1237, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:509, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑10‑2015
- Wetingang
Essentie
HR stelt voorop dat de rechter in de motivering van zijn bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid duidelijk aan dient te geven waarom hij van oordeel is dat aan de voorwaarden van art. 14e Sr is voldaan. Meer in het bijzonder zal hij bij bewezenverklaring van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar heeft veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, als zijn oordeel tot uitdrukking dienen te brengen dat en waarom ernstig rekening moet worden gehouden dat zo’n misdrijf wederom door de verdachte zal worden begaan. Het hof heeft zijn oordeel dat de uitvoerbaarheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.