Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/1280
Het middel is gericht tegen beslissing in de samenhangende strafzaak. Geen cassatiemiddel.
HR 04-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3085
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 november 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/01858
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3085, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1924, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑09‑2014
Essentie
Het middel is gericht tegen beslissing in de samenhangende strafzaak. Geen cassatiemiddel.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 16 maart 2012, nummer 23/000971-10, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [betrokkene]. Adv. mr. M.E. van der Werf, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. W.H. Vellinga:
1.
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft het door de veroordeelde uit misdrijven, ter zake waarvan hij is veroordeeld bij arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 16 maart 2012, verkregen voordeel vastgesteld op € 1.095.474,20 en aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.