NJ 1918, p. 628
Overeenkomst met scheidsrechterlijk beding tusschen den aanvrager van het faillissement en den gerequestreerde.
HR 24-05-1918, ECLI:NL:HR:1918:125
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 mei 1918
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman., Raden: Mrs. C. O. Segers, H. Hesse, H. M. A. Savelberg en Jhr. Rh. Feith.
- Zaaknummer
[24051918/NJ_1918,_p._628]
- Conclusie
Mr. Ledeboer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS119433:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1918:125, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑05‑1918
- Wetingang
(Fw art. 6.)
Essentie
Overeenkomst met scheidsrechterlijk beding tusschen den aanvrager van het faillissement en den gerequestreerde.
Samenvatting
De omstandigheid dat tusschen den aanvrager van het faillissement en dengene, wiens faillissement wordt aangevraagd een overeenkomst met scheidsrechterlijk beding is gesloten kon de Rechtbank niet verhinderen om na te gaan of summierlijk bleek van het vorderingsrecht van den aanvrager.
Hel betrof hier niet een beslissing in een tusschen aanvrager en gerequestreerde gerezen geschil, maar enkel de vraag of summierlijk bleek, dat de aanvrager de qualiteit van schuldeischer bezat, die hem de bevoegdheid verleende om het faillissement aan te vragen [zie voor den grond, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.