Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2024/1689 tot vaststelling van geharmoniseerde regels betreffende artificiële intelligentie en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 300/2008, (EU) nr. 167/2013, (EU) nr. 168/2013, (EU) 2018/858, (EU) 2018/1139 en (EU) 2019/2144, en de Richtlijnen 2014/90/EU, (EU) 2016/797 en (EU) 2020/1828 (Verordening artificiële intelligentie)
Artikel 78 Vertrouwelijkheid
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 02-08-2025.
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1689 (uitgifte: 12-07-2024, regelingnummer: 2024/1689)
- Inwerkingtreding
01-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1689 (uitgifte: 12-07-2024, regelingnummer: 2024/1689)
- Vakgebied(en)
Privacy (V)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Informatierecht / ICT-recht
1.
De Commissie, de markttoezichtautoriteiten en de aangemelde instanties, en alle andere natuurlijke of rechtspersonen die bij de toepassing van deze verordening betrokken zijn, eerbiedigen overeenkomstig het Unierecht of het nationale recht de vertrouwelijke aard van informatie en gegevens die zij hebben verkregen tijdens het uitvoeren van hun taken en activiteiten, met name ter bescherming van:
- a)
de intellectuele-eigendomsrechten, en vertrouwelijke bedrijfsinformatie of bedrijfsgeheimen van een natuurlijke of rechtspersoon, waaronder de broncode, uitgezonderd de gevallen bedoeld in artikel 5 van Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad (1);
- b)
de doeltreffende uitvoering van deze verordening, met name in verband met inspecties, onderzoeken of audits;
- c)
publieke en nationale veiligheidsbelangen;
- d)
het voeren van strafrechtelijke of administratieve procedures;
- e)
informatie die op grond van het Unierecht of het nationale recht gerubriceerd is.
2.
De autoriteiten die op grond van lid 1 bij de toepassing van deze verordening betrokken zijn, verzoeken alleen om gegevens die strikt noodzakelijk zijn ter beoordeling van het risico van AI-systemen en ter uitoefening van hun bevoegdheden in overeenstemming met deze verordening en met Verordening (EU) 2019/1020. Zij treffen adequate en doeltreffende cyberbeveiligingsmaatregelen ter bescherming van de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de verkregen informatie en gegevens en wissen de verzamelde gegevens zodra die niet langer nodig zijn voor het doel waarvoor zij zijn verkregen, overeenkomstig het toepasselijke Unierecht of nationale recht.
3.
Onverminderd de leden 1 en 2, mag op vertrouwelijke basis tussen de nationale bevoegde autoriteiten of tussen nationale bevoegde autoriteiten en de Commissie uitgewisselde informatie niet openbaar worden gemaakt zonder voorafgaande raadpleging van de nationale bevoegde autoriteit waarvan de informatie afkomstig is en de gebruiksverantwoordelijke wanneer in punt 1, 6 of 7 van bijlage III vermelde AI-systemen met een hoog risico worden gebruikt door rechtshandhavingsinstanties en grenstoezichts-, immigratie- of asielautoriteiten, wanneer die openbaarmaking openbare en nationale veiligheidsbelangen in gevaar zou brengen. Deze informatie-uitwisseling behelst geen gevoelige operationele gegevens in verband met de activiteiten van rechtshandhavings-, grenstoezichts-, immigratie- of asielautoriteiten.
Indien de rechtshandhavingsinstanties of immigratie- of asielautoriteiten aanbieders van in punt 1, 6 of 7 van bijlage III bedoelde AI-systemen met een hoog risico zijn, blijft de in bijlage IV vermelde technische documentatie in de gebouwen van die autoriteiten. Die autoriteiten waarborgen dat de in artikel 74, leden 8 en 9, bedoelde markttoezichtautoriteiten zo nodig op verzoek onmiddellijk toegang tot de documentatie kunnen krijgen of een kopie ervan kunnen ontvangen. Alleen personeel van de markttoezichtautoriteit met een passende veiligheidsmachtiging mag die documentatie of kopieën ervan inzien.
4.
De leden 1, 2 en 3 laten de rechten en verplichtingen van de Commissie, de lidstaten en hun bevoegde autoriteiten, alsmede die van de aangemelde instanties, met betrekking tot de uitwisseling van informatie en de verspreiding van waarschuwingen, ook in het kader van grensoverschrijdende samenwerking, evenals de verplichtingen van de betrokken partijen om in het kader van het strafrecht van de lidstaten informatie te verstrekken, onverlet.
5.
De Commissie en de lidstaten kunnen zo nodig en met inachtneming van de relevante bepalingen van internationale overeenkomsten en handelsakkoorden vertrouwelijke informatie uitwisselen met regelgevingsinstanties van derde landen waarmee zij bilaterale of multilaterale vertrouwelijkheidsovereenkomsten hebben gesloten die een passend niveau van vertrouwelijkheid waarborgen.
Voetnoten
Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB L 157 van 15.6.2016, blz. 1).