NJB 2014/2022
Rechtsvinding. Uitleg naar spraakgebruik. Discursieve motivering. Vanaf welk moment is sprake van een ‘woning in aanbouw’ (NB van belang voor de ‘hypotheekrenteaftrek’): reeds op het moment van ontstaan van de intentie om te gaan bouwen, of (pas) op het moment van de aanvang van de feitelijke bouwwerkzaamheden of een moment daartussen (bijv. het moment waarop (voldoende) voorbereidingen voor de bouw zijn getroffen, of waarop de grond bouwrijp is gemaakt, of van sluiten van een aannemingsovereenkomst of waarop de ter zake van de bouw vereiste vergunning(en) zijn verkregen)?
HR 03-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2873
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. Feteris, Schaap, Van Loon, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
13/00711
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2873, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:339, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2014
- Wetingang
(Wet IB 2001 art. 3.111)
Essentie
Rechtsvinding. Uitleg naar spraakgebruik. Discursieve motivering. Vanaf welk moment is sprake van een ‘woning in aanbouw’ (NB van belang voor de ‘hypotheekrenteaftrek’): reeds op het moment van ontstaan van de intentie om te gaan bouwen, of (pas) op het moment van de aanvang van de feitelijke bouwwerkzaamheden of een moment daartussen (bijv. het moment waarop (voldoende) voorbereidingen voor de bouw zijn getroffen, of waarop de grond bouwrijp is gemaakt, of van sluiten van een aannemingsovereenkomst of waarop de ter zake van de bouw vereiste vergunning(en) zijn verkregen)?
Partij(en)
Cassatieberoep belanghebbende.