NJ 1923, p. 319
HR, 29-12-1922
HR 29-12-1922, ECLI:NL:HR:1922:76
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 december 1922
- Magistraten
Voorzitter: Mr. S. Gratama. Raden: Mrs. C. O. Segers, H. Hesse, J. Kosters en B. Ort
- Zaaknummer
[291922/NJ_1923,_p._319]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS100115:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1922:76, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑12‑1922
- Wetingang
Samenvatting
Bindend inzicht van een der partijen — of een orgaan van een partij, i. c. Raad van Commissarissen eener naaml. venn. — betreffende geschillen, welke naar aanleiding eener tusschen partijen bestaande overeenkomst ontstaan.
Geen rechtspraak, noch toepasselijkheid van artt. 620 volgg. Rv. Geen strijd met openbare orde of goede zeden. Beveiliging tegen machtsmisbruik in art. 1374 B. W., waarover het oordeel aan den gewonen rechter verblijft.
Partij(en)
M. Dakkenborst, wonende te Seherpenzeel, eischer tot cassatie van een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage op 6 Februari 1922 tusschen partijen gewezen, (N. J. 1922, blz. 674 Red.), advocaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.