JOW 2016/24
Ontvankelijkheid, diverse aspecten schadevergoedingsmaatregel, benadeelde partij, faillissement
HR 11-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2304
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2016
- Magistraten
Van Schendel, Splinter-van Kan, Van den Brink
- Zaaknummer
15/00165
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑10‑2016
ECLI:NL:HR:2016:2304, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:979, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑10‑2015
- Wetingang
Essentie
Oplegging schadevergoedingsmaatregel ex art. 36f Sr ondanks niet-ontvankelijkheid van benadeelde partijen in hun civiele voeging in hoger beroep
Samenvatting
Betrokkene is veroordeeld ter zake van oplichting en valsheid in geschrift. De benadeelde partijen hebben zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Omdat betrokkene toen nog in staat van faillissement verkeerde zijn de benadeelden niet ontvankelijk verklaard. In hoger beroep zijn de benadeelde partijen ook niet ontvankelijk verklaard ex art. 51a e.v. Sv omdat een onderzoek naar welk deel van de vorderingen in het faillissement zijn meegenomen en welk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.