NJB 2018/371:Voorwaardelijk opzet op de dood van drie personen door te schieten op de auto waarin deze zich bevonden: voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg is aanwezig indien de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dat gevolg zal intreden. Wat betreft de vraag of sprake is van bewuste aanvaarding van zo een kans heeft te gelden dat uit de enkele omstandigheid dat de verdachte wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden, niet zonder meer kan volgen dat hij de aanmerkelijke kans op het gevolg ook bewust heeft aanvaard, omdat ook sprake kan zijn van bewuste schuld. Bepaalde gedragingen kunnen echter naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het – behoudens contra-indicaties – niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg bewust heeft aanvaard. In casu kon het hof voorwaardelijk opzet aannemen, mede erop gelet dat de verdachte met een vuurwapen heeft geschoten op de auto en deze daarbij drie keer in (de ruit van) het linker achterportier heeft geraakt. Herroeping van de gehele voorwaardelijke invrijheidsstelling: in casu heeft het hof ten gevolge van een kennelijke vergissing overwogen dat de verdachte zich binnen drie maanden in plaats van binnen één jaar en drie maanden nadat hij voorwaardelijk in vrijheid was gesteld aan de bewezenverklaarde feiten schuldig heeft gemaakt. De Hoge Raad leest de bestreden uitspraak met herstel van deze misslag als gevolg waarvan aan het cassatiemiddel de feitelijke grondslag komt te ontvallen