Einde inhoudsopgave
Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel 4.27 Voordelen uit vrijgestelde beleggingsinstellingen en uit buitenlandse beleggingslichamen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 20-09-2016
- Redactionele toelichting
Tijdstip twk.: 15.15 uur.
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2016, 544 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34552)
- Inwerkingtreding
01-01-2017, terugwerkend tot: 20-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2016, Stb. 2016, 544 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34552)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
1.
Indien een voordeel als bedoeld in artikel 4.13, eerste lid, onderdeel a, in aanmerking is genomen, wordt de verkrijgingsprijs van het desbetreffende aandeel of winstbewijs daarmee verhoogd.
2
Indien op grond van artikel 4.14, negende lid, een voordeel als bedoeld in artikel 4.13, eerste lid, onderdeel a, in aanmerking is genomen, wordt de verkrijgingsprijs van de aandelen van de in Nederland gevestigde vennootschap door middel waarvan de aandelen of winstbewijzen van de niet in Nederland gevestigde vennootschap worden gehouden, daarmee verhoogd.
3
Indien ter zake van een vervreemding als bedoeld in artikel 4.16, eerste lid, aanhef en onderdeel k, een vervreemdingsvoordeel als bedoeld in artikel 4.12, onderdeel b, in aanmerking is genomen, wordt de verkrijgingsprijs van het desbetreffende aandeel of winstbewijs daarmee verhoogd.