Einde inhoudsopgave
Meststoffenwet
Artikel 30 [Pandrecht op productierecht]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2006
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de artikelen vernummerd in 1 t/m 78 en zijn de verwijzingen in de artikelen vernummerd. Voorheen art. 58i. Oorspronkelijk art. 30 vervallen.
- Bronpublicatie:
14-02-2006, Stb. 2006, 64 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-09-2005, Stb. 2005, 481 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 29930)
- Inwerkingtreding
01-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-2006, Stb. 2006, 64 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-10-2005, Stb. 2005, 562 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
In afwijking van artikel 228 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek kan op het productierecht geen pandrecht worden gevestigd.
2.
Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat alvorens Onze Minister de in artikel 27, eerste lid, bedoelde kennisgeving in behandeling neemt, van deze kennisgeving mededeling wordt gedaan aan in die regeling genoemde derdebelanghebbenden.
3.
Bij de ministeriële regeling worden nadere regels gesteld voor de uitvoering van het tweede lid, onder meer over:
- a.
de wijze waarop en de termijn waarbinnen de derdebelanghebbenden zich bij Onze Minister kunnen aanmelden,
- b.
de gegevens die Onze Minister aan de derdebelanghebbenden kenbaar maakt, en
- c.
de periode gedurende welke Onze Minister de kennisgeving niet in behandeling neemt.