Einde inhoudsopgave
Besluit van het Uitvoerend Comité inzake de toepassing van overname-overeenkomsten tussen Schengen-Staten
Bijlage
Geldend
Geldend vanaf 15-12-1997
- Redactionele toelichting
De datum van publicatie is de datum van inwerkingtreding.
- Bronpublicatie:
15-12-1997, Trb. 1998, 262 (uitgifte: 18-11-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-12-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-1997, Trb. 1998, 262 (uitgifte: 18-11-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
Werkgroep II
‘Personenverkeer’
Subgroep ‘Overname’
Brussel, 15 oktober 1997
SCH/II-Read (97) 3, 7e herz.
Vertaling: orig./PT+DE
Nota van het Oostenrijkse Voorzitterschap
Betreft: leidraad voor bewijsmiddelen en indicaties in het kader van overname-overeenkomsten tussen Schengen-Staten
Overwegende dat bij de toepassing van de overname-overeenkomsten in de praktijk moeilijkheden zijn ondervonden, inzonderheid wat betreft de bewijsmiddelen op basis waarvan het verblijf op, dan wel de doorreis door het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij van onregelmatig binnengekomen vreemdelingen kan worden vastgesteld,
wordt de volgende leidraad aangenomen, welke de Overeenkomstsluitende Partijen als richtsnoer kan dienen bij de toepassing van toekomstige overname-overeenkomsten, een en ander met inachtneming van het nationale recht:
- 1.
Onder anderen de navolgende documenten gelden ter staving van het verblijf of de doorreis:
- —
een door de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij in het reisdocument aangebrachte inreisstempel;
- —
een uitreisstempel van een aan een Overeenkomstsluitende Partij grenzende Staat, met inachtneming van de reisroute alsmede de datum van grensoverschrijding;
- —
een door de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij in het valse of vervalste reisdocument aangebrachte inreisstempel;
- —
reisbiljetten op naam, aan de hand waarvan de binnenkomst formeel kan worden vastgesteld;
- —
vingerafdrukken;
- —
een geldige verblijfstitel;
- —
een door de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij afgegeven geldig visum;
- —
een inschepings-/ontschepingsbewijs, waarop de datum van binnenkomst op het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij staat vermeld.
- 2.
Onder anderen de navolgende indicaties gelden voor het aannemelijk maken van het verblijf of de doorreis:
- —
verklaringen van ambtenaren;
- —
uitspraken van andere personen;
- —
verklaringen van de over te dragen persoon;
- —
een door de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij afgegeven verblijfstitel waarvan de geldigheidsduur is verstreken, ongeacht van welke soort;
- —
een visum waarvan de geldigheidsduur is verstreken, afgegeven door de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij;
- —
documenten op naam, afgegeven op het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij;
- —
reisbiljetten;
- —
hotelrekeningen;
- —
bewijzen die toegang verlenen tot openbare of particuliere instellingen van de Overeenkomstsluitende Partijen;
- —
afspraakkaarten voor bezoek aan arts, tandarts, etc.;
- —
gegevens waaruit blijkt dat de over te dragen persoon gebruik heeft gemaakt van de diensten van een mensensmokkelaar of een reisbureau.
- 3.
Voor zover de Schengen-Partnerstaten de onder punt 1 genoemde bewijsmiddelen bij de sluiting van toekomstige overname-overeenkomsten in aanmerking nemen, leveren deze het volle bewijs van het verblijf of de doorreis. In beginsel wordt geen verder onderzoek verricht. Tegenbewijzen zijn toelaatbaar (bv. valse of vervalste documenten).
- 4.
Voor zover de Schengen-Partnerstaten de onder punt 2 genoemde indicaties bij de sluiting van toekomstige overname-overeenkomsten in aanmerking nemen, wordt daardoor het verblijf of de doorreis aannemelijk gemaakt. Bedoelde indicaties zijn door een tegenstrijdig element in beginsel weerlegbaar.