Einde inhoudsopgave
Regeling wapens en munitie
Artikel 32
Geldend
Geldend vanaf 12-07-1997
- Bronpublicatie:
04-07-1997, Stcrt. 1997, 129 (uitgifte: 10-07-1997, regelingnummer: 639329/97/6)
- Inwerkingtreding
12-07-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-1997, Stcrt. 1997, 129 (uitgifte: 10-07-1997, regelingnummer: 639329/97/6)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
1.
Van het verbod van artikel 27, eerste lid, van de wet, wordt vrijstelling verleend aan door de Minister van Defensie erkende studentenweerbaarheidsverenigingen voor het dragen van wapens van categorie III, welke door de krijgsmacht ter beschikking zijn gesteld en van wapens van categorie IV, onder 2°.
2.
De vrijstelling ingevolge het eerste lid geldt slechts indien:
- a.
in uniform gekleed en in onderling verband wordt opgetreden tot het verrichten van eerbetoon, het deelnemen aan een optocht of een afstandsmars dan wel het oefenen voor een van deze gelegenheden;
- b.
voorzover vuurwapens worden gedragen, de vereniging op grond van een verlof bevoegd is die vuurwapens voorhanden te hebben; en
- c.
de Minister van Defensie voor het dragen van de ter beschikking gestelde wapens tijdens het onder a bedoelde optreden toestemming heeft verleend, en de burgemeester in de gemeente waar wordt opgetreden daartegen geen bedenkingen heeft.