Einde inhoudsopgave
Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 16-07-2004
- Bronpublicatie:
04-07-2004, Stcrt. 2004, 132 (uitgifte: 14-07-2004, regelingnummer: WJZ4043743)
- Inwerkingtreding
16-07-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2004, Stcrt. 2004, 132 (uitgifte: 14-07-2004, regelingnummer: WJZ4043743)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Energierecht (V)
1.
Een leverancier draagt er zorg voor dat overeenkomstig:
- a.
artikel 95k, eerste lid, onderdeel a van de Elektriciteitswet 1998 op of bij de rekening een etiket wordt geplaatst of gevoegd en in het promotiemateriaal wordt opgenomen, respectievelijk,
- b.
artikel 95k, eerste lid, onderdeel b van de Elektriciteitswet 1998, op of bij de rekening een etiket wordt geplaatst of gevoegd, dat de totale hoeveelheid van de door hem in het voorafgaande kalenderjaar, respectievelijk in de periode waarop de rekening betrekking heeft, aan eindafnemers geleverde elektriciteit vermeldt, uitgedrukt in het aantal kilowatturen, uitgesplitst naar energiebronnen en onder vermelding van het procentuele aandeel van elke energiebron in zijn totale brandstofmix, met inachtneming van de bij deze regeling behorende bijlage.
2.
Indien een energiebron, genoemd in het etiket, bedoeld in het eerste lid, geen deel uitmaakt van de totale brandstofmix van de leverancier, wordt het procentuele aandeel van de desbetreffende bron op nul gesteld.
3.
Op het etiket, bedoeld in het eerste lid, worden de milieugevolgen, in termen van uitstoot van koolstofdioxide en van radioactief afval, vermeld, als gevolg van elektriciteitsproductie met verschillende energiebronnen, veroorzaakt door de totale brandstofmix die de leverancier in het voorafgaande jaar heeft gebruikt, met uitzondering van ‘onbekend’. De informatie, bedoeld in de vorige volzin, kan worden verstrekt door middel van verwijzingen op het etiket naar beschikbare referentiebronnen waar voor een ieder toegankelijke informatie beschikbaar is.