Einde inhoudsopgave
Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 13-12-2008
- Bronpublicatie:
02-12-2008, Stcrt. 2008, 241 (uitgifte: 11-12-2008, regelingnummer: CEND/HDJZ-2008/1623)
- Inwerkingtreding
13-12-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2008, Stcrt. 2008, 241 (uitgifte: 11-12-2008, regelingnummer: CEND/HDJZ-2008/1623)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Waterrecht (V)
1.
Binnen een maand na afloop van ieder kwartaal verstrekt het dagelijks bestuur van het waterschap de volgende informatie aan het CBS:
- a.
de gerealiseerde baten en lasten naar de kosten- en opbrengstsoorten in bijlage 2 en waarbij de opbrengstsoortgroep 5 als één totaalbedrag wordt vermeld;
- b.
de onttrekkingen en toevoegingen aan reserves die plaatsvinden in het kader van de resultaatsbestemming;
- c.
de bedragen, die oninbaar zijn verklaard;
- d.
de bedragen, die zijn kwijtgescholden;
- e.
de balansmutaties van de immateriële vaste activa, naar de indeling van artikel 4.41, eerste lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden conform artikel 8, tweede lid, onderdeel b;
- f.
de balansmutaties van de materiële vaste activa, naar de indeling van artikel 4.42, tweede lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden conform artikel 8, vijfde lid, onderdeel b;
- g.
de balansmutaties van de financiële vaste activa, naar de indeling van artikel 4.43 van het Besluit en waarbij de mutaties worden onderscheiden conform artikel 8, zesde lid, onderdeel b;
- h.
de balansmutaties van de voorraden, naar de indeling van artikel 4.45 van het Besluit onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen;
- i.
de balansmutaties van de uitzettingen, naar de indeling van artikel 4.46 van het Besluit en waarbij de mutaties worden onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen;
- j.
de balansmutaties van de liquide middelen, bedoeld in artikel 4.47 van het Besluit onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen;
- k.
de balansmutaties van de vorderingen, naar de indeling van artikel 4.48, eerste lid, van het Besluit en waarbij de mutaties worden onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen;
- l.
de balansmutaties van de overlopende activa, naar de indeling van artikel 4.49, eerste lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen;
- m.
de balansmutaties van de reserves, naar de indeling van artikel 4.52, eerste lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden conform artikel 9, onderdeel b;
- n.
de balansmutaties van de voorzieningen, naar de indeling van artikel 4.55, eerste lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden conform artikel 10, eerste lid, onderdeel b;
- o.
de balansmutaties van de vaste schulden, naar de indeling van artikel 4.56, eerste lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden conform artikel 11, onderdeel b;
- p.
de balansmutaties van de netto-vlottende schulden, naar de indeling van artikel 4.58 van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen;
- q.
de balansmutaties van de overlopende passiva, naar de indeling van artikel 4.59, eerste lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen, en
- r.
de stand van zaken aan het begin en het einde van het kwartaal betreffende:
- 1°
de financiële vaste activa, naar de indeling van artikel 4.43 van het Besluit;
- 2°
de uitzettingen, naar de indeling van artikel 4.46 van het Besluit;
- 3°
de liquide middelen, naar de indeling van artikel 4.47 van het Besluit;
- 4°
de kortlopende vorderingen, naar de indeling van artikel 4.48, eerste lid, van het Besluit;
- 5°
de overlopende activa, naar de indeling van artikel 4.49, eerste lid, van het Besluit;
- 6°
de vaste schulden, naar de indeling van artikel 4.56, eerste lid, van het Besluit;
- 7°
de netto-vlottende schulden, naar de indeling van artikel 4.58 van het Besluit; en
- 8°
de overlopende passiva, naar de indeling van artikel 4.59, eerste lid, van het Besluit.
2.
In afwijking van het eerste lid, onderdelen h, i, j en o, kunnen de waterschappen de mutaties van de betreffende balansposten ook netto verantwoorden, waarbij het saldo van de vermeerderingen en verminderingen als ‘vermeerdering’ wordt verantwoord. Het saldo krijgt een positieve waarde als de vermeerderingen groter zijn dan de verminderingen en een negatieve waarde als de vermeerderingen kleiner zijn dan de verminderingen.
3.
Het CBS beoordeelt de informatie, bedoeld in het eerste lid, op plausibiliteit en stuurt de bevindingen op naar het betreffende dagelijks bestuur.