Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 7.3 Verklaring omtrent het gedrag en door de rechter opgelegde beroepsverboden
Geldend
Geldend van 01-08-2022 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Om te kunnen worden benoemd, overlegt ieder personeelslid van de school voorafgaand aan zijn benoeming een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven op grond van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens of op grond van de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag BES. Deze verklaring is op het moment van overlegging aan het bevoegd gezag niet ouder dan 26 weken.
2.
Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat met lesgevende of onderwijsondersteunende taken geen personeelsleden worden belast die van die werkzaamheden zijn uitgesloten op grond van een rechterlijke uitspraak.