JONDR 2015/333
Hof Amsterdam, 23-12-2014, nr. 200.149.410/01 OK, nr. 200.149.410/02 OK, nr. 200.149.410/03 OK, nr. 200.149.410/04 OK
Hof Amsterdam 23-12-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:5509
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
23 december 2014
- Zaaknummer
200.149.410/01 OK
200.149.410/02 OK
200.149.410/03 OK
200.149.410/04 OK
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2014:5509, Uitspraak, Hof Amsterdam, 23‑12‑2014
- Wetingang
Art.. 345 lid 1, 349a lid 2, 350 lid 1, 2 en 4 BW; art. 21 Rv
Essentie
Onderzoek bevolen; onmiddellijke voorzieningen getroffen.
Uitspraak
Niet valt in te zien dat het de onderscheiden verzoekers niet vrij zou staan — ieder voor zich — een enquêteverzoek in te dienen en daarbij de juridische standpunten in te nemen die hun bevoegdheid daartoe ondersteunen, ook al sluiten de (rechts)gronden waarop die bevoegdheid zou berusten elkaar uit. Zowel de erfgenamen als de vereffenaar van de nalatenschap zijn in hun verzoeken ontvankelijk. Op verschillende terreinen is wat betreft de eerste verweerster sprake van gegronde redenen voor twijfel aan een juist beleid. Dat betreft de gang van zaken met betrekking tot gevestigde hypotheekrechten, onroerendgoedtransacties tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.