Rijksoctrooiwet 1995
Einde inhoudsopgave
Rijksoctrooiwet 1995:Artikel 73 [Vorderingen indirecte inbreuk]
Rijksoctrooiwet 1995
Artikel 73 [Vorderingen indirecte inbreuk]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-06-2023
- Bronpublicatie:
30-10-2019, Stb. 2019, 476 (uitgifte: 13-12-2019, kamerstukken: 35187)
- Inwerkingtreding
01-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-04-2023, Stb. 2023, 119 (uitgifte: 14-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
1.
De octrooihouder kan de vorderingen die hem ten dienste staan bij de handhaving van zijn octrooi instellen tegen iedere persoon die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, een in artikel 54, eerste lid, genoemde handeling verricht.
2.
Artikel 70, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.