Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2130 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd tijdens en na documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles van dieren en goederen die onderworpen zijn aan officiële controles aan grenscontroleposten
Artikel 4 Gedetailleerde regels inzake de materiële controles
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
25-11-2019, PbEU 2019, L 321 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: 2019/2130)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2019, PbEU 2019, L 321 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: 2019/2130)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Douane (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Tijdens de materiële controles van de in artikel 1 bedoelde zendingen dieren en goederen controleert de bevoegde autoriteit of de zendingen voldoen aan de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels die op de betrokken dieren of goederen van toepassing zijn en aan de specifieke voorschriften die in de desbetreffende officiële certificaten, officiële verklaringen en andere documenten zijn vastgesteld.
2.
De zendingen worden geheel of gedeeltelijk van het vervoermiddel gelost wanneer er voor de materiële controles volledige toegang tot de gehele zending nodig is.
3.
De materiële controles van dieren worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van bijlage I bij deze verordening.
4.
De materiële controles van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten, en van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong waarvoor een tijdelijke uitbreiding van de controles, andere voorwaarden voor binnenkomst in de Unie en noodmaatregelen gelden uit hoofde van de in artikel 47, lid 1, onder d), e) en f), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde handelingen, worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij deze verordening.
5.
De laboratoriumtests voor het opsporen van gevaren bij producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten worden uitgevoerd overeenkomstig het in bijlage II, punt 5, bedoelde monitoringplan.
6.
De materiële controles van planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 en, in voorkomend geval, waarvoor noodmaatregelen gelden uit hoofde van in de in artikel 47, lid 1, onder e), van die verordening bedoelde handelingen, worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften in bijlage III bij deze verordening.
7.
De volgende zendingen dieren mogen in de handel worden gebracht voordat de resultaten van de tijdens de materiële controles uitgevoerde laboratoriumtests beschikbaar zijn:
- a)
zendingen hoefdieren die zijn bemonsterd volgens de in bijlage I, deel III, bedoelde bemonsteringsvoorschriften, wanneer er van die hoefdieren geen onmiddellijk gevaar voor de volksgezondheid of de diergezondheid uitgaat, en
- b)
zendingen andere dieren zoals bedoeld in artikel 47, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2017/625, wanneer er van die dieren geen onmiddellijk gevaar voor de volksgezondheid of de diergezondheid uitgaat.
8.
Zendingen goederen die zijn getest overeenkomstig het in lid 5 bedoelde monitoringplan en waarvan geen onmiddellijk gevaar voor de volksgezondheid of de diergezondheid uitgaat, mogen in de handel worden gebracht voordat de resultaten van de laboratoriumtests beschikbaar zijn.
9.
Wanneer zendingen planten, plantaardige producten en andere materialen als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 tijdens materiële controles worden bemonsterd voor laboratoriumanalysen en geen onmiddellijk gevaar voor de gezondheid van planten ervan uitgaat, mogen dergelijke zendingen in de handel worden gebracht voordat de resultaten van de laboratoriumtests beschikbaar zijn.