Einde inhoudsopgave
Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland, en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen
Artikel 122 [Gevaarlijke goederen]
Geldend
Geldend vanaf 26-03-1995
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1995, 75).
- Bronpublicatie:
19-06-1990, Trb. 1990, 145 (uitgifte: 19-10-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-03-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-03-1995, Trb. 1995, 75 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
1.
De Overeenkomstsluitende Partijen versterken hun onderlinge samenwerking met het oog op de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke goederen, en zij verbinden zich ertoe de nationale bepalingen ter uitvoering van de geldende internationale overeenkomsten te harmoniseren. Bovendien verbinden zij zich in het bijzonder, ter handhaving van het huidige veiligheidsniveau, tot:
- a.
de harmonisatie van de vakbekwaamheidsvereisten die worden gehanteerd ten aanzien van voertuigenbestuurders;
- b.
de harmonisatie van de modaliteiten en de intensiteit van de controles tijdens het vervoer en in de ondernemingen;
- c.
de harmonisatie van de wettelijke delictsomschrijving en de wettelijke bepalingen inzake de strafmaat;
- d.
de permanente uitwisseling van gegevens, alsmede van de met de getroffen maatregelen en uitgeoefende controles opgedane ervaringen.
2.
De Overeenkomstsluitende Partijen versterken de onderlinge samenwerking met het oog op de controle op de binnengrensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen.
Daartoe streven zij ernaar een gemeenschappelijk standpunt in te nemen, zowel ten aanzien van de wijziging van de communautaire richtlijnen inzake de controle op en het beheer van overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen als ten aanzien van de opstelling van communautaire besluiten inzake niet-gevaarlijke afvalstoffen, ten einde een toereikende afvalverwijderingsinfrastructuur tot stand te brengen, alsmede afvalverwijderingsnormen op een hoog niveau te harmoniseren.
In afwachting van een communautaire regeling voor niet-gevaarlijke afvalstoffen worden de controles op de overbrenging daarvan verricht door het volgen van een bijzondere procedure, waardoor de overbrenging tijdens de afhandeling ter bestemming kan worden gecontroleerd.
Het bepaalde in lid 1, tweede alinea, is van toepassing.