Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 10.38 Ontheffing in verband met godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 76 (uitgifte: 04-03-2020, kamerstukken: 35320)
- Inwerkingtreding
01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2020, Stb. 2020, 98 (uitgifte: 23-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Op gronden die verband houden met de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, die aan de hogeschool ten grondslag ligt, kan Onze Minister op verzoek van het college van bestuur van een bijzondere hogeschool ontheffing verlenen van de voorschriften van deze titel. Het college van bestuur toont bij zijn verzoek aan dat dit verzoek wordt ondersteund door een meerderheid van twee derden zowel van het personeel van de hogeschool als van de bij de hogeschool betrokken studenten.
2.
Onze Minister verklaart de ontheffing vervallen, indien de gronden waarop zij berustte, niet meer aanwezig zijn dan wel indien zij niet meer wordt ondersteund door een meerderheid van twee derden van elk van de in het eerste lid bedoelde categorieën.
3.
Het college van bestuur doet elke vijf jaren aan Onze Minister mededeling omtrent de stand van zaken met betrekking tot de gronden van de ontheffing en de ondersteuning ervan.