Einde inhoudsopgave
Mijnbouwbesluit
Artikel 29l
Geldend
Geldend vanaf 10-09-2011
- Bronpublicatie:
29-08-2011, Stb. 2011, 406 (uitgifte: 09-09-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-09-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-08-2011, Stb. 2011, 406 (uitgifte: 09-09-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
Indien de uitvoerder een verzoek doet om het intrekken van een vergunning voor permanent opslaan van CO2 als bedoeld in artikel 31j van de wet overlegt hij aan Onze Minister:
- a.
gegevens waaruit blijkt dat het opgeslagen CO2 volledig en permanent ingesloten blijft,
- b.
een voorstel voor een financiële bijdrage als bedoeld in artikel 31j, eerste lid, onderdeel d, van de wet die de uitvoerder zal betalen bij de intrekking van de vergunning.
2.
De financiële bijdrage, bedoeld in het eerste lid, houdt rekening met de in bijlage I van de richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en verordening (EG) nr. 1013/2006 (PbEG L 140) van het Europese Parlement en de Raad bedoelde parameters en elementen inzake de voorgeschiedenis van de opslag van CO2 die relevant zijn voor het bepalen van de verplichtingen die na de overdracht gelden en dekt tenminste de geraamde monitoringskosten voor een periode van 30 jaar na het intrekken van de vergunning.