Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/92/EU betreffende de vergelijkbaarheid van de in verband met betaalrekeningen aangerekende vergoedingen, het overstappen naar een andere betaalrekening en de toegang tot betaalrekeningen met basisfuncties
Artikel 5 Vergoedingenstaat
Geldend
Geldend vanaf 17-09-2014
- Bronpublicatie:
23-07-2014, PbEU 2014, L 257 (uitgifte: 28-08-2014, regelingnummer: 2014/92/EU)
- Inwerkingtreding
17-09-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-07-2014, PbEU 2014, L 257 (uitgifte: 28-08-2014, regelingnummer: 2014/92/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
EU-recht / Marktintegratie
1.
Onverminderd de artikelen 47 en 48 van Richtlijn 2007/64/EG en artikel 12 van Richtlijn 2008/48/EG zorgen de lidstaten ervoor dat betalingsdienstaanbieders de consument ten minste jaarlijks en kosteloos een staat verstrekken van alle vergoedingen evenals, indien toepasselijk, informatie over de in lid 2, onder c) en d), van dit artikel bedoelde rentevoeten, voor aan een betaalrekening verbonden diensten. Indien toepasselijk gebruiken betalingsdienstaanbieders de gestandaardiseerde termen in de in artikel 3, lid 5, bedoelde definitieve lijst van de meest representatieve aan een betaalrekening gekoppelde diensten.
Met de consument wordt afgesproken langs welk communicatiekanaal de vergoedingenstaat wordt verstrekt. De vergoedingenstaat wordt ten minste op verzoek van de consument op papier ter beschikking gesteld.
2.
De vergoedingenstaat omvat ten minste de volgende informatie:
- a)
de voor elke dienst per verrichting in rekening gebrachte vergoeding en het aantal keren dat de dienst tijdens de periode in kwestie is gebruikt en, wanneer die diensten in een pakket zijn gecombineerd, de voor het hele pakket in rekening gebrachte vergoeding, het aantal keren dat de pakketvergoeding tijdens de periode in kwestie in rekening is gebracht en de bijkomende vergoeding die is in rekening is gebracht voor elke dienst boven het aantal diensten dat door de pakketvergoeding wordt gedekt;
- b)
het totale bedrag aan vergoedingen dat tijdens de periode in kwestie werd aangerekend voor elke dienst, voor elk aangeboden dienstenpakket en voor de diensten boven het aantal diensten dat door de pakketvergoeding wordt gedekt;
- c)
de debetrentevoet die op de betaalrekening is toegepast en het totaalbedrag aan rente dat in verband met de debetstand in de periode in kwestie in rekening is gebracht, indien toepasselijk;
- d)
de creditrentevoet die op de betaalrekening is toegepast en het totale bedrag aan rente dat in de periode in kwestie is verworven, indien toepasselijk;
- e)
het totale bedrag aan vergoedingen dat tijdens de periode in kwestie voor alle aangeboden diensten werd aangerekend.
3.
De vergoedingenstaat:
- a)
is op zodanige wijze vormgegeven dat deze duidelijk en gemakkelijk leesbaar is, met gebruikmaking van tekens van leesbare grootte;
- b)
is nauwkeurig, niet misleidend en uitgedrukt in de munteenheid van de betaalrekening, of in een andere munteenheid indien aldus tussen de consument en de betalingsdienstaanbieder is overeengekomen;
- c)
bevat de titel ‘vergoedingenstaat’ bovenaan op de eerste bladzijde van de staat, naast een gemeenschappelijk symbool om het document van andere documentatie te onderscheiden;
- d)
is gesteld in de officiële taal van de lidstaat waar de betaalrekening wordt aangeboden, of in een andere taal indien aldus tussen de consument en de betalingsdienstaanbieder is overeengekomen.
De lidstaten kunnen bepalen dat de vergoedingenstaat samen met de uit hoofde van andere Unie- of nationale of wetgeving inzake betaalrekeningen en aanverwante diensten voorgeschreven informatie wordt verstrekt, zolang aan alle voorschriften van de eerste alinea wordt voldaan.
4.
De EBA ontwikkelt, na overleg met nationale autoriteiten en na consumententests, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot een gestandaardiseerde presentatieformat van de vergoedingenstaat en het desbetreffende gemeenschappelijke symbool.
De EBA legt de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 18 september 2016 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.
5.
Na de indien nodig overeenkomstig artikel 3, lid 6, verrichte bijwerking van de gestandaardiseerde Unieterminologie herbeziet de EBA het gestandaardiseerde presentatieformat van het informatiedocument betreffende de vergoedingen en het desbetreffende gemeenschappelijke symbool, middels de in lid 4 van dit artikel bedoelde procedure.