Rb. Noord-Nederland, 29-06-2017, nr. 18/830115-16
ECLI:NL:RBNNE:2017:2349
- Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
- Datum
29-06-2017
- Zaaknummer
18/830115-16
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNNE:2017:2349, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland, 29‑06‑2017; (Eerste aanleg - meervoudig, Op tegenspraak)
- Wetingang
art. 57 Wetboek van Strafrecht
Uitspraak 29‑06‑2017
Inhoudsindicatie
De rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft vandaag een vrouw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 122 dagen waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en een taakstraf van 120 uren subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. Op verzoek van een man die verdachte via een datingsite heeft leren kennen, heeft verdachte zeven foto's gemaakt van haar driejarige dochter. Op deze foto's zijn onder meer het ontblote geslachtsdeel en de billen van voornoemde dochter te zien, waarbij zij gezien haar leeftijd een onnatuurlijke houding aanneemt. Deze foto's heeft verdachte tijdens seksueel geladen en/of prikkelende chatgesprekken via de WhatsApp naar de bedoelde man verstuurd.
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/830115-16
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 29 juni 2017 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 juni 2017.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.A. Lubbers, advocaat te Groningen.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. E.R. Jepkema.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
zij in of omstreeks de periode augustus 2015, te Winsum, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer afbeeldingen, te weten acht foto's, althans een aantal foto's, heeft vervaardigd en/of verspreid en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) een of meer seksuele gedragingen zichtbaar was/waren, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten haar, verdachtes, dochter genaamd [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2012, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven- bestonden uit (onder meer): het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed was en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd paste en/of waarbij deze persoon (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen van haar kleding werd ontdaan en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht werden (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling, terwijl [slachtoffer] haar kind betrof.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het ten laste gelegde gevorderd. Hij heeft zich daartoe gebaseerd op de processtukken en de verklaring van verdachte ter terechtzitting, waaruit blijkt dat zij de bedoelde afbeeldingen heeft gemaakt en naar een ander heeft verstuurd. De afbeeldingen betreffen zeven foto's waarop haar dochter staat afgebeeld. Deze afbeeldingen zijn aan te merken als kinderpornografisch materiaal.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft hieromtrent geen verweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor het ten laste gelegde redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 15 juni 2017 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Op 15 augustus 2016 heb ik een aantal foto's van mijn dochter [slachtoffer] gemaakt en naar een man verstuurd. U houdt mij een proces-verbaal van bevindingen voor. De foto's die u omschrijft heb ik verstuurd naar een man die zei dat hij [naam] heet. Ik heb deze foto's via de WhatsApp verstuurd.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 januari 2016, opgenomen op pagina 35 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2015250432 d.d. 8 maart 2016, inhoudende als relaas van verbalisant:
Naar aanleiding van een melding van woensdag 26 augustus 2015, waarbij de verdenking ontstond dat er mogelijk sprake zou zijn van ontucht met minderjarigen, is bij betrokkene: [verdachte] op donderdag 27 augustus 2015 haar telefoon en laptop in beslag genomen.
Op donderdag 3 september 2015, heb ik, verbalisant [naam] , een gedeelte van de data
bekeken. In de map met de naam WhatsApp, onder attachment 293, zag ik meerdere
afbeeldingen van een minderjarig meisje dat met ontkleed onderlichaam poseert voor
de camera.
Ik, verbalisant [naam] , meende het betreffende meisje, op basis van ander beeldmateriaal aangetroffen op de data van de telefoon, te herkennen als de 3-jarige, minderjarige dochter van betrokkene [verdachte], in de persoon van:
[slachtoffer]
geboren op [geboortedatum] 2012
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.
7 september 2015, opgenomen op pagina 43 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van de verbalisant:
De zedenrecherche Groningen heeft op 27 augustus 2015 onder andere een gsm in
beslag genomen van: [verdachte] .
Ik, verbalisant, heb met een collega van de Afdeling digitale opsporing van de nationale politie de veiliggestelde data van de in beslag genomen gsm onderzocht. Tijdens dit onderzoek zag ik, verbalisant, een achttal foto-afbeeldingen van een ogenschijnlijk minderjarig meisje in de leeftijd van ca. drie a vijf jaar oud die door mij als kinderpornografisch zijn beoordeeld. Hieronder zal ik de aangetroffen fotoafbeeldingen omschrijven.
foto 1: Betreft een ogenschijnlijk minderjarig meisje in de leeftijd van ca. 3-5
jaar oud. Zij is aan de onderzijde van het lichaam naakt. Zij draagt roze
teenslippers. Zij zit met haar gezicht naar de camera en met haar beentjes uit
elkaar. Zij houdt haar handjes voor haar vagina.
Boven de foto staat de navolgende tekst: 15-8-2015, 15:40:09, [mobielnummer]
[whatsappnaam] => To: [mobielnummer] [whatsappnaam] .
foto 2: Betreft hetzelfde meisje als op foto 1. Soortgelijke foto, met dit verschil
dat zij haar handjes niet voor haar vagina houdt.
Boven de foto staat de navolgende tekst: 15-8-2015, 16:00:25, [mobielnummer]
[whatsappnaam] => To: [mobielnummer] [whatsappnaam] .
foto 3: Betreft hetzelfde meisje als op foto 1 en 2, maar in een andere houding.
Het meisje zit voorovergebogen op haar knieën. Zij draagt een wit shirtje en haar
onderlichaam is naakt. De foto is van de zijkant genomen. Boven de foto staat de
navolgende tekst: 15-8-2015, 19:58:42, [mobielnummer] [whatsappnaam]
To: [mobielnummer] .
foto 4: Betreft een ogenschijnlijk minderjarig meisje waarvan de leeftijd moeilijk
is in te schatten. Zij ligt op haar zij, vermoedelijk op een bed. Zij draagt een
gestreept shirtje. Haar onderlichaam is naakt. Haar billen zijn zichtbaar.
Boven de foto staat de navolgende tekst: 15-8-2015, 20:11:37, [mobielnummer]
[whatsappnaam] => To: [mobielnummer] [whatsappnaam] .
foto 5: Betreft een ogenschijnlijk minderjarig meisje in de leeftijd van ca. 3-5
jaar oud; vermoedelijk hetzelfde meisje als op foto 4. Nu zit ze voorovergebogen op
haar knieën. Zij draagt een gestreept shirtje. Haar onderlichaam is naakt. Haar
billen zijn duidelijk zichtbaar.
Boven de foto staat de navolgende tekst: 15-8-2015, 20:11:53, [mobielnummer]
[whatsappnaam] -> To: [mobielnummer] [whatsappnaam] .
foto 6: Betreft vermoedelijk hetzelfde meisje als die op foto 4 en 5. Op deze foto
ligt het meisje op haar rug op vermoedelijk een bed. Zij draagt een gestreept
shirtje. Vanaf haar navel naar onderen is zij naakt. Haar vagina is zichtbaar.
Boven de foto staat de navolgende tekst: 15-8-2015, 20:15:09, [mobielnummer]
[whatsappnaam] => To: [mobielnummer] [whatsappnaam] .
foto 7: Betreft een soortgelijke foto als foto nummer 6, echter nu heeft het meisje
haar beentjes uit elkaar, zodat haar vagina uitgebreid in beeld komt.
Boven de foto staat de navolgende tekst: 15-8-2015, 20:38:59, [mobielnummer]
[whatsappnaam] => To: [mobielnummer] [whatsappnaam] .
Bewijsoverweging
Op basis van voorgaande bewijsmiddelen acht de rechtbank het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
zij in de periode augustus 2015 te Winsum, meermalen, telkens afbeeldingen, te weten een aantal foto's, heeft vervaardigd en verspreid en in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar waren, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten haar, verdachtes, dochter genaamd [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2012, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: het gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon een erotisch getinte houding aanneemt op een wijze die niet bij haar leeftijd paste en door het camerastandpunt, de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen en billen in beeld gebracht werden, waarbij de afbeeldingen aldus een onmiskenbaar seksuele strekking hadden en/of strekten tot seksuele prikkeling, terwijl [slachtoffer] haar kind betrof.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot gevangenisstraf van 181 dagen waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren met aftrek van het voorarrest. Voorts heeft hij gevorderd dat aan het voorwaardelijk deel als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante behandelverplichting bij de Ambulante Forensische Psychiatrie Noord (AFPN)worden gekoppeld. Daarnaast heeft de officier van justitie de oplegging van een werkstraf van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om bij de strafmaat rekening te houden met het tijdsverloop, de rapportage waaruit blijkt dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is en verdachtes persoonlijke omstandigheden waaronder haar zwangerschap. Voorts heeft de raadsvrouw opgemerkt dat verdachte wil continueren met haar behandeling bij psyQ. Zij heeft verzocht om hiermee rekening te houden bij het eventueel opleggen van een ambulante behandelverplichting bij de AFPN.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over haar opgemaakte rapportages, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen.
Begin augustus 2015 heeft verdachte een man via een datingsite leren kennen. Binnen enkele dagen na deze kennismaking heeft verdachte op verzoek van die man zeven foto's gemaakt van haar driejarige dochter. Op deze foto's zijn onder meer het ontblote geslachtsdeel en de billen van voornoemde dochter te zien, waarbij zij gezien haar leeftijd een onnatuurlijke houding aanneemt. Deze foto's heeft verdachte tijdens seksueel geladen en/of prikkelende chatgesprekken via de WhatsApp naar de bedoelde man verstuurd.
Met haar gedraging heeft verdachte de lichamelijke integriteit van haar dochter geschonden. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan nu een jong kind - zoals de dochter van verdachte - haar moeder behoort te kunnen vertrouwen en een moeder een kind een veilige thuishaven behoort te bieden.
Met haar gedraging heeft verdachte mogelijk ook bijgedragen aan het vergroten van de voorraad van kinderpornografisch materiaal die al op internet bestaat. Na het versturen van de foto's kon de ontvanger ermee doen wat hij wilde, waaronder die online zetten. Dat verdachte hieraan niet heeft gedacht maakt het feit niet minder ernstig.
Bij het bepalen van de strafmaat heeft de rechtbank de oriëntatiepunten voor kinderpornografie van het LOVS geraadpleegd.
Volgens de oriëntatiepunten dient een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tussen één en twee jaar het uitgangspunt te zijn bij het verspreiden en vervaardigen van kinderpornografie.
Mede gelet hierop acht de rechtbank in beginsel de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden.
In strafmatigende zin houdt de rechtbank rekening met de volgende omstandigheden uit de psychologische onderzoeksrapportage d.d. 6 april 2017, opgemaakt door H. Scharft, psycholoog.
Verdachte is lijdende aan een gebrekkige ontwikkeling in de vorm van een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis en een vermijdende persoonlijkheidsstoornis. Verdachte heeft de strafbare van haar handelen kunnen inzien, maar door de afhankelijke persoonlijkheidsstoornis was ze niet volledig in staat overeenkomstig dit inzicht te handelen. Kort voor de strafbare gedragingen heeft de toenmalige echtgenoot van verdachte hun relatie beëindigd. Vanuit haar afhankelijke persoonlijkheidsstoornis was het leven zonder een partner een zeer bedreigende situatie voor verdachte. Ze voelde zich onvoldoende in staat om zonder ondersteuning van een ander te functioneren. Ze was hierdoor sneller dan anderen geneigd in te gaan op de avances van iemand die misbruik van haar vertrouwen wilde maken. Ook kon ze moeilijker dan de gemiddelde mens weerstand bieden toen haar werd gevraagd om naaktfoto's van haar dochter te maken. Ze was bang om een mogelijke nieuwe partner te verliezen en was daardoor bereid dingen te doen die ze raar vond en eigenlijk niet wilde. Op grond hiervan wordt geadviseerd om verdachte het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen.
De rechtbank kan zich met deze conclusie verenigen gelet op de onderbouwing daarvan en neemt deze over en concludeert met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid van verdachte dat het bewezen verklaarde aan verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend.
Ook in strafverlagende zin houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte na haar aanhouding meteen hulp heeft gezocht en in behandeling is gegaan bij PsyQ. Uit het psychologisch rapport blijkt dat de algemene behandeling voor verdachtes stoornissen bij PsyQ haar weerbaarheid heeft versterkt, hetgeen indirect een gunstig effect heeft op het recidiverisico. De behandeling aldaar kan verdachte op vrijwillige basis voortzetten. Naast deze algemene behandeling is het van belang dat er ook een behandeling is die zich specifiek richt op het delictgedrag. Het doel van deze behandeling is om een delictanalyse en terugvalpreventie op te stellen, waardoor verdachte meer zicht krijgt op risicofactoren en hoe ze deze kan hanteren.
De psycholoog adviseert om als bijzondere voorwaarde op te leggen dat verdachte meewerkt aan een ambulante behandeling bij een forensische psychiatrische instelling. Naast een meldplicht adviseert ook de reclassering de oplegging van een ambulante behandelverplichting bij de AFPN of vergelijkbare instelling.
Verder acht de rechtbank ook het tijdsverloop, het geringe aantal afbeeldingen en de aard van de afbeeldingen strafmatigende factoren. Over de aard van de foto's merkt de rechtbank op dat weliswaar de dochter daarop deels bloot is afgebeeld, maar dat geen sprake is van seksuele handelingen. Verdachte heeft gesteld dat de meeste foto's zijn gemaakt toen de dochter sliep. Nu het tegendeel niet is gebleken, moet het ervoor worden gehouden dat dit het geval was wat maakt dat de impact op dat moment op het kind naar verwachting gering is geweest.
Gelet op bovengenoemde strafverlagende omstandigheden ziet de rechtbank aanleiding om van het uitgangspunt van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf af te wijken.
De rechtbank acht de door de officier van justitie gevorderde strafmodaliteit passend. De rechtbank houdt in verdergaande mate dan de officier van justitie rekening met de voornoemde omstandigheden en zal daarom een lagere voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen dan is gevorderd.
Alles afwegende acht de rechtbank een werkstraf van 120 uur en een gevangenisstraf van 122 dagen waarvan 120 dagen voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest noodzakelijk en passend. Ook de oplegging van de geadviseerde bijzondere voorwaarden acht de rechtbank geïndiceerd.
Inbeslaggenomen goederen
De rechtbank acht het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een mobiele telefoon (Samsung) vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu het bewezen verklaarde feit met behulp van dit voorwerp is begaan en het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 122 dagen.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 120 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Stelt als algemene voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde na uitnodiging van de reclassering zich zal melden bij Reclassering Nederland, Leonard Springerlaan 21 te Groningen en zich hierna zal blijven melden zo lang en zo frequent als de reclassering dit nodig acht;
2. dat de veroordeelde zich onder ambulante (dag)behandeling zal stellen van de AFPN of een soortgelijke forensische instelling.
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Een taakstraf voor de duur van 120 uren.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 60 dagen zal worden toegepast.
Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen mobiele telefoon.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. de Jong, voorzitter, mr. M.J.B. Holsink en mr. R.J.L. Timmer, rechters, bijgestaan door mr. D.M.A. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 juni 2017.