RAV 2014/48
Verjaring. Vormt een absolute verjaringstermijn van rechtsvorderingen een beperking van het recht op vrije toegang tot de rechter als bedoeld in art. 6 EVRM, als de schade pas kenbaar is na het verstrijken van de verjaringstermijn?
EHRM 11-03-2014, ECLI:CE:ECHR:2014:0311JUD005206710 (Howald Moor/Zwitserland)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
11 maart 2014
- Magistraten
Guido Raimondi, Işıl Karakaş, Peer Lorenzen, András Sajó, Helen Keller, Paul Lemmens, Robert Spano
- Zaaknummer
52067/10
41072/11
- Roepnaam
Howald Moor/Zwitserland
- JCDI
JCDI:ADS918055:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2014:0311JUD005206710, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 11‑03‑2014
- Wetingang
Art. 6 lid 1 EVRM
Essentie
Verjaring. Asbest. Schade.
Vormt een absolute verjaringstermijn van rechtsvorderingen een beperking van het recht op vrije toegang tot de rechter als bedoeld in art. 6 EVRM, als de schade pas kenbaar is na het verstrijken van de verjaringstermijn?
Samenvatting
Moor overlijdt in 2005 aan een pleuraal mesothelioom (longvlieskanker). Van 1965 tot in ieder geval 1978 kwam hij als monteur in een machinefabriek geregeld met asbest(stof) in aanraking. De diagnose van het mesothelioom is in mei 2004 gesteld, waarna hij een uitkering kreeg uit het Zwitsers fonds voor beroepsongevallen (“CNA”). Na zijn overlijden vordert Moors (tweede) vrouw, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.