RvdW 2010, 426
Onvoldoende bewijs dat verdachte redelijkerwijs kon weten dat rijbewijs was ingetrokken.
HR 09-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK6140
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 maart 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, W.F. Groos, C.H.W.M. Sterk, M.A. Loth
- Zaaknummer
07/13573
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BK6140
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK6140, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK6140, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑2009
Essentie
Onvoldoende bewijs dat verdachte redelijkerwijs kon weten dat rijbewijs was ingetrokken.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 10 december 2007, nummer 21/002280-07, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. P.J. Stronks, te Amsterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. P.J. Stronks, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.