Wet brutering overhevelingstoeslag lonen
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
03-12-2014, Stb. 2014, 494 (uitgifte: 12-12-2014, kamerstukken: 33891)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2014, Stb. 2014, 521 (uitgifte: 18-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting (V)
Premieheffing (V)
1.
De voor de berekening van de overhevelingstoeslag voor het jaar 1995 geldende premiepercentages worden in afwijking van artikel 2 van de Wet aanpassing uitkeringsregelingen overheveling opslagpremies afgeleid van en tegelijkertijd vastgesteld met de voor het jaar 1994 geldende premiepercentages.
2.
Het voor de berekening van de overhevelingstoeslag geldende percentage wordt, in afwijking van artikel 1, tweede lid, van de Wet overhevelingstoeslag opslagpremies en van artikel 2 van de Wet aanpassing uitkeringsregelingen overheveling opslagpremies, voor de jaren 1996 en volgend vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur, overeenkomstig de navolgende leden. Daarbij kan dit percentage voor verschillende categorieën inhoudingsplichtigen of personen verschillend worden vastgesteld.
3.
Uitgaande van de voorafgaande vaststelling van het percentage van de overhevelingstoeslag, worden in dat percentage wijzigingen aangebracht overeenkomstig de lastenontwikkeling uit hoofde van de verzekering langdurige zorg en de algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering in het jaar 1995 en de daaropvolgende jaren.
4.
Voorts kunnen in dat percentage wijzigingen worden aangebracht:
- a.
teneinde te voorkomen dat andere wettelijke maatregelen leiden tot een verschuiving van financiële lasten tussen werkgevers en werknemers;
- b.
teneinde te bewerkstelligen dat een uit andere wettelijke maatregelen voortvloeiende wijziging van financiële lasten evenwichtig wordt gespreid over werkgevers en werknemers;
- c.
ter beperking van de financiële lasten voor werkgevers, te financieren uit de ruimte beschikbaar in het kader van het beleid gericht op lastenverlichting.
5.
Alvorens een voordracht tot een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld in het tweede lid, te doen deelt Onze Minister de zakelijke inhoud van het voorgenomen besluit mede aan de beide Kamers der Staten-Generaal. De voordracht tot de maatregel kan eerst worden gedaan nadat tien dagen zijn verstreken na die mededeling.
6.
Een maatregel als bedoeld in het tweede lid treedt in werking met ingang van 1 januari. Een besluit tot vaststelling van de overhevelingstoeslag per 1 januari van het vervaljaar wordt bij voorkeur vastgesteld gelijktijdig met de vaststelling van de overhevelingstoeslag voor het jaar dat aan het vervaljaar voorafgaat, rekening houdende met de lastenverschuivingen en -wijzigingen zoals die naar redelijke verwachting voortvloeien uit wettelijke maatregelen die uiterlijk op 1 januari van het vervaljaar in werking zullen treden. Latere vaststelling kan evenwel plaatsvinden indien daarvoor bijzondere redenen zijn.