PJ 2014/163
Omvang van de verplichtingen van de werkgever jegens het pensioenfonds nadat de werkgever de onderlinge uitvoeringsovereenkomst heeft opgezegd.
Hof Den Haag 09-09-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2873, m.nt. T. Huijg
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
9 september 2014
- Magistraten
Mrs. M.H. van Coeverden, S.R. Mellema, J.J. Trap
- Zaaknummer
200.119.572/01
- Noot
T. Huijg
- JCDI
JCDI:ADS227410:1
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Algemeen
Verzekeringsrecht / Verzekeringsovereenkomst
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2014:2873, Uitspraak, Hof Den Haag, 09‑09‑2014
- Wetingang
Art. 25 Pensioenwet; art. 6:248 lid 1 BW; art. 7:940 Burgerlijk Wetboek
Essentie
Omvang van de verplichtingen van de werkgever jegens het pensioenfonds nadat de werkgever de onderlinge uitvoeringsovereenkomst heeft opgezegd.
Samenvatting
De werkgever is na het opzeggen van de uitvoeringsovereenkomst niet verplicht de kostenopslagen en uitvoeringskosten te blijven betalen. Het Hof beantwoordt niet of de werkgever verplicht blijft bij te storten voor tekorten die ontstaan na de datum waarop de uitvoeringsovereenkomst is beëindigd. Dat komt doordat de werkgever zich gecommitteerd heeft aan het uitgangspunt dat alle opgebouwde pensioenen gerespecteerd worden alsof de uitvoeringsovereenkomst nooit zou zijn opgezegd.
Partij(en)
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds, gevestigd te Rijswijk, appellante, hierna te noemen: het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.