TvA 2014/14
Arbitraal beding in algemene voorwaarden oneerlijk/onredelijk bezwarend? Maatstaf beoordeling. Concrete omstandigheden van het geval.
HR 21-09-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW6135, m.nt. Prof. mr. G.J. Meijer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 september 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, C.E. Drion; A-G mr. J. Spier
- Zaaknummer
11/04598
- Noot
Prof. mr. G.J. Meijer
- LJN
BW6135
- JCDI
JCDI:ADS917081:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW6135, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW6135, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑09‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑10‑2011
- Wetingang
(Art. 6:233 BW; art. 3 Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten)
Essentie
Arbitraal beding in algemene voorwaarden oneerlijk/onredelijk bezwarend? Maatstaf beoordeling. Concrete omstandigheden van het geval.
Samenvatting
Een in algemene voorwaarden voorkomend arbitragebeding wordt niet op grond van art. 6:236 BW zonder meer als onredelijk bezwarend aangemerkt, noch op grond van art. 6:237 BW vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Dat sluit niet uit dat de rechter een dergelijk beding toch onredelijk bezwarend en derhalve op grond van art. 6:233 BW vernietigbaar acht, maar een zodanig oordeel moet dan wel steunen op een specifieke motivering waarin zijn betrokken de aard en de overige inhoud van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.