Rb. Breda, 09-08-2012, nr. 12/392
ECLI:NL:RBBRE:2012:BX9133
- Instantie
Rechtbank Breda
- Datum
09-08-2012
- Zaaknummer
12/392
- LJN
BX9133
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBBRE:2012:BX9133, Uitspraak, Rechtbank Breda, 09‑08‑2012; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 09‑08‑2012
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Diensten van kinesioloog zijn vrijgesteld op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet OB 1968.
Partij(en)
RECHTBANK BREDA
Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB 12/392
Uitspraakdatum: 9 augustus 2012
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen
[belanghebbende], wonende te [woonplaats],
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Zuidwest, kantoor Terneuzen,
de inspecteur.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van de inspecteur van 23 december 2011 op het bezwaar van belanghebbende tegen de door haar over het eerste kwartaal van 2011 voldane omzetbelasting.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 juli 2012 te Bergen op Zoom. Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende, vergezeld van haar echtgenoot en haar gemachtigde [gemachtigde], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] te Almere Buiten, en namens de inspecteur, [gemachtigde].
1. Beslissing
De rechtbank:
- -
verklaart het beroep gegrond;
- -
vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- -
gelast de inspecteur een teruggave van omzetbelasting te verlenen over het tijdvak eerste kwartaal 2011 tot een bedrag van € 4.234;
- -
veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 874;
- -
gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 156 aan haar vergoedt.
2. Gronden
2.1.
Belanghebbende is werkzaam als zelfstandig kinesioloog in [praktijk] te Vlissingen. Kinesiologie staat voor “de leer van beweging”. Kinesiologie is een therapeutische manier van werken waarbij gebruik wordt gemaakt van spiertesten om uit te zoeken waar, waarom en wanneer de balans in het lichaam verstoord is geraakt en tegelijkertijd hoe die balans kan worden hersteld. Kinesiologie is een combinatie/tussenvorm van Chiropractie en Acupunctuur. De behandeling door belanghebbende bestaat uit het stellen van een diagnose, het opzetten van een behandelplan en de daadwerkelijke behandeling van de patiënt.
2.2.
In het praktijkencentrum werkt belanghebbende nauw samen met een eerstelijns psycholoog, een huisarts, een chiropractor, een pedoloog, een optometrist en een tweedelijns psychosynthesetherapeut. Het praktijkencentrum werkt ook samen met een praktijk van fysiotherapeuten
2.3.
De kosten van behandelingen door belanghebbende worden door de meeste verzekeringsmaatschappijen vergoed.
2.4.
Belanghebbende is in verband met haar activiteiten ondernemer is in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB).
2.5.
Belanghebbende heeft, na haar VWO-diploma, aan de Academie voor Mens en Arbeid het HBO-diploma Personeel en Arbeid gehaald.
2.6.
Vervolgens heeft zij bij de Stichting Trainings Organisatie Professionele Kinesiologie het diploma “professioneel kinesioloog” behaald. Hierna heeft zij voor haar werkzaamheden als kinesiologe nog de volgende opleidingen voltooid:
• Westerse Medische Basis bij Academie voor Chinese Geneeswijze Qing-Bai;
• Orthomolecular therapeut bij Van Nature (thans: Natura Foundation);
• Oligotherapeut bij RP Vitamino Analeytic;
• Neural Organization Technique Concepts bij Neural Organization Technique International and the Ferreri Institute.
2.7.
Belanghebbende is lid van de Vereniging van Natuurgeneeskundig Therapeuten (VNT), een beroepsvereniging voor therapeuten, en beschikt over een praktijklicentie van de VNT. De VNT is aangesloten bij de Klachtencommissie Alternatieve Behandelwijzen (KAB). Belanghebbende is tot het VNT toegelaten op basis van het behalen van het onder 2.5. genoemde HBO-diploma.
2.8.
Daarnaast beschikt belanghebbende over een licentie van de Stichting Registratie Beroepsbeoefenaren Natuurlijke Gezondheidszorg (SRBAG) op basis van het lidmaatschap van de VNT. De SRBAG registreert zowel artsen als therapeuten die werken in de natuurlijke gezondheidszorg. Op grond van de licentie van de SRBAG is belanghebbende gerechtigd tot het voeren van de titel Register Therapeut Natuurlijke Gezondheidszorg (RTNG®). De SRBAG heeft een samenwerkingsverband met de Federatie van Opleidingen in de Natuurlijke Geneeswijzen (FONG) en de Stichting Natuurlijk Welzijn.
2.9.
FONG heeft als doel de bevordering en handhaving van de kwaliteit van de beroepsopleidingen in de natuurlijke behandelwijzen in het kader van zelfregulering. De door belanghebbende gevolgde opleiding bij de Academie voor Chinese Geneeswijze Qing-Bai is volgens de FONG een opleiding op HBO-niveau.
2.10.
Het beroep van kinesioloog is niet genoemd in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).
2.11.
In geschil is of de diensten van belanghebbende op het gebied van de kinesiologie zijn vrijgesteld op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten eerste, van de Wet OB.
2.12.
Tussen partijen is niet in geschil dat de door haar verrichte diensten in beginsel niet aan de in deze bepaling gestelde voorwaarden voldoen.
2.13.
Met artikel 11, eerste lid, letter g, ten eerste, van de Wet OB is invulling gegeven aan artikel 13, A, eerste lid, sub c, van de Zesde richtlijn (met ingang van 2007: artikel 132, eerste lid, onderdeel c, van de BTW-richtlijn). Op grond van dit artikellid is vrijgesteld: de gezondheidskundige verzorging van de mens in het kader van de uitoefening van medische en paramedische beroepen als omschreven door de betrokken Lidstaat.
2.14.
Niet in geschil is dat kinesiologische behandeling aangemerkt moet worden als 'gezondheidskundige verzorging van de mens' in de zin van artikel 13, A, lid 1, letter c, van de Zesde richtlijn.
2.15.
In zijn uitspraak van 27 april 2006 in de gevoegde zaken C-443/04 en C-444/04 (hierna: het arrest Solleveld) oordeelde het Hof van Justitie dat artikel 13, A, lid 1, sub c, van de Zesde richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat het de Lidstaten een beoordelingsvrijheid verleent om met het oog op de in die bepaling voorziene vrijstelling de paramedische beroepen en de gezondheidskundige verzorging van de mens die deel uitmaakt van die beroepen, te omschrijven. In de uitoefening van die beoordelingsvrijheid moeten de Lidstaten echter het door die bepaling nagestreefde doel, namelijk te garanderen dat de vrijstelling uitsluitend geldt voor diensten verleend door personen die de vereiste beroepskwalificaties bezitten, alsmede het beginsel van fiscale neutraliteit in acht nemen. Een nationale regeling die het beroep van psychotherapeut uitsluit van de omschrijving van paramedische beroepen, is slechts in strijd met dat doel en dat beginsel voor zover - hetgeen door de verwijzende rechter moet worden nagegaan - de psychotherapeutische behandelingen zouden zijn vrijgesteld van btw indien zij door psychiaters, psychologen of elk ander (para)medisch beroep werden uitgevoerd, hoewel er, wanneer die behandelingen door psychotherapeuten worden verleend, sprake is van het verlenen van een soortgelijke gezondheidskundige verzorging. Daarbij heeft, zo volgt uit het arrest, te gelden dat van soortgelijke gezondheidskundige verzorging sprake is indien de beroepskwalificaties van de betrokken zorgverleners hetzij identiek zijn, hetzij indien de verleende zorg voor de zorgontvanger een gelijkwaardig kwaliteitsniveau heeft.
2.16.
Door belanghebbende is gesteld en door de inspecteur is niet weersproken dat ook artsen en fysiotherapeuten als kinesioloog werkzaam zijn. Nu het tegendeel niet is gebleken, gaat de rechtbank er van uit dat de kinesioloog die tevens arts, dan wel fysiotherapeut is ook voor zijn werkzaamheden als kinesioloog onder de vrijstelling van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, sub 1, van de Wet OB valt.
2.17.
Het geschil omtrent de werkingssfeer van de vrijstelling is aldus beperkt tot het antwoord op de vraag of de behandelingen door belanghebbende kwalitatief gelijkwaardig zijn, dan wel zo worden ervaren, aan die van een gekwalificeerd persoon als bedoeld in genoemde bepaling.
2.18.
Het staat vast dat belanghebbende de vierjarige opleiding tot professioneel kinesioloog heeft voltooid en haar kennis en kunde heeft uitgebouwd en nog steeds uitbouwt met diverse paramedische opleidingen. Belanghebbende verricht haar prestaties als kinesiologe in (nauwe) samenwerking met een huisarts, psychologen, fysiotherapeuten en psychotherapeuten. Belanghebbende werkt aan de achterliggende oorzaak van een medisch probleem en verleent daarmee een aanvulling op de reguliere medische zorg van deze zorgverleners. De rechtbank leidt hieruit af dat de behandelingen door belanghebbende, gelet op haar beroepskwalificaties, in de beleving van de gemiddelde patiënt van (ten minste) gelijkwaardige kwaliteit kunnen worden geacht als die van voornoemde zorgverleners, zodat ook ter zake van die behandelingen de in geding zijnde (para)medische vrijstelling toepassing dient te vinden.
2.19.
Op grond van het vorenstaande maakt belanghebbende naar het oordeel van de rechtbank terecht aanspraak op toepassing van de vrijstelling van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten eerste, van de Wet. Daarom is het beroep gegrond verklaard.
2.20.
De rechtbank vindt aanleiding de inspecteur te veroordelen in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 874 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 437 en een wegingsfactor 1).
Deze uitspraak is gedaan op 9 augustus 2012 door mr. D. Hund, rechter, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M.J. van Balkom, griffier.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op: 22 augustus 2012
Aan deze uitspraak hoeft eerst uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist (artikel 27h, vijfde lid en artikel 28, zevende lid AWR).
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,
- 5201.
CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
- a.
de naam en het adres van de indiener;
- b.
een dagtekening;
- c.
een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
- d.
de gronden van het hoger beroep.