Einde inhoudsopgave
Resolutie meer dan één onroerende zaak op één aansluiting
Tekst
Geldend
Geldend vanaf 04-11-1996
- Bronpublicatie:
04-11-1996, Financiën 1996, 000 (uitgifte: 04-11-1996, regelingnummer: VB96/3138)
- Inwerkingtreding
04-11-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-11-1996, Financiën 1996, 000 (uitgifte: 04-11-1996, regelingnummer: VB96/3138)
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Waterrecht (V)
Milieubelastingen (V)
Inleiding
Op grond van artikel 36c, tweede en derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag is energiebelasting verschuldigd ter zake van de levering van aardgas en elektriciteit via een aansluiting aan een verbruiker. Onder aansluiting wordt verstaan een aansluiting van een zelfstandige onroerende zaak op het Nederlandse distributienet waaruit elektriciteit of aardgas aan de verbruiker wordt geleverd.
Meer dan één onroerende zaak op één aansluiting
Inmiddels is gebleken dat de hiervoor genoemde wettelijke regeling problemen oproept indien op één aansluiting meer dan één zelfstandige onroerende zaak is aangesloten. Dit kan het geval zijn indien een huis is gesplitst in twee of meer zelfstandige onroerende zaken, zonder dat afzonderlijke aansluitingen zijn aangelegd. In de wettelijke systematiek kan dan slechts één keer de belastingvrije voet worden toegepast.
In dit kader is van belang dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om zo veel mogelijk de uiteindelijke verbruiker die beschikt over een zelfstandige onroerende zaak, als verbruiker aan te merken. Derhalve is het redelijk dat voor de toepassing van de belastingvrije voet voor aardgas en elektriciteit rekening wordt gehouden met het aantal zelfstandige onroerende zaken ‘achter één aansluiting’. Vooralsnog is er voor gekozen om dit in de vorm van een teruggaafregeling te doen zoals aangegeven in punt 3.5. De teruggaafregeling is beperkt tot die situaties waarin de via die aansluiting geleverde hoeveelheid aardgas onderscheidenlijk elektriciteit per verbruiksperiode van 12 maanden blijft beneden de in het tweede, onderscheidenlijk het derde, lid[lees: derde lid,] van artikel 36c genoemde hoeveelheden.
Zelfstandige onroerende zaak
Voor de afbakening van het begrip ‘zelfstandige onroerende zaak’ is in de Wet belastingen op milieugrondslag aansluiting gezocht bij de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). In artikel 16, onderdeel c, van de Wet WOZ is bepaald dat een gedeelte van een gebouwd of ongebouwd eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt, als één onroerende zaak wordt aangemerkt. Gedeelten die zelfstandig kunnen worden gebruikt, moeten dus worden aangemerkt als zelfstandige objecten. Bedoeld worden gedeelten die elk nog als zelfstandige onafhankelijke eenheid kunnen worden gebruikt. Uit de jurisprudentie gewezen inzake de onroerendezaakbelasting en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren kan worden afgeleid dat afzonderlijke kamers, die niet zijn voorzien van een afzonderlijke keuken, badgelegenheid en toilet, qua indeling niet zijn bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt. Deze kamers kunnen dus niet als afzonderlijke onroerende zaken worden aangemerkt. Of er sprake is van een afzonderlijke onroerende zaak moet blijken uit een voor die onroerende zaak afgegeven beschikking of opgelegde aanslag onroerendezaakbelasting.
Zelfstandig huishouden of gezin is geen criterium
Met de hantering van het criterium ‘zelfstandige onroerende zaak’ wordt zoals gezegd aangesloten bij de praktijk van de onroerendezaakbelasting. Dit houdt in dat het feit dat meer ‘huishoudens’ of meer gezinnen in één onroerende zaak gevestigd zijn niet van belang is en dan ook geen basis vormt voor deze tegemoetkomende regeling en dat zij toepassing mist voor woongroepen, studentenhuizen, hospita's die een kamer verhuren e.d. Basis voor deze regeling blijft het in de wet neergelegde uitgangspunt dat er sprake moet zijn van een zelfstandige onroerende zaak.
Teruggaafregeling
Algemeen
Vooralsnog is gekozen voor de volgende oplossing: de Belastingdienst kan op verzoek, na afloop van de verbruiksperiode van 12 maanden, de extra belastingvrije voet voor aardgas en elektriciteit toekennen in de vorm van een teruggaaf onder de voorwaarden en de procedure zoals hierna is aangegeven.
Omvang teruggaaf
Teruggaaf kan worden verleend voor het door het energiebedrijf in rekening gebrachte bedrag aan regulerende energiebelasting voor maximaal 800 m3 aardgas en 800 kWh per onroerende zaak en per verbruiksperiode van 12 maanden waarop de eindafrekening van het energiebedrijf betrekking heeft. Uiteraard wordt geen teruggaaf verleend voor de belastingvrije voet waarmee het energiebedrijf al rekening heeft gehouden.
Procedure
Het verzoek om teruggaaf dient te worden ingediend door degene aan wie het energiedistributiebedrijf de energiebelasting in rekening heeft gebracht ter zake van de levering van het aardgas en de elektriciteit via de aansluiting op zijn onroerende zaak. Indien het verzoek wordt ingewilligd wordt de teruggaaf ook aan hem verleend.
Het verzoek om teruggaaf dient te worden ingediend bij de Belastingdienst/eenheid Grote ondernemingen, Centraal milieubelastingenteam, Postbus 50963, 3007 BE Rotterdam.
Het verzoek dient te worden ingediend binnen 13 weken nadat de eindafrekening van het energiedistributiebedrijf is verzonden, voorzover die datum van verzending is gelegen na de datum van deze mededeling. Is de eindafrekening vóór die datum verzonden, dan moet het verzoek om teruggaaf zijn ingediend binnen 13 weken nadat deze mededeling is bekendgemaakt.
Bij het verzoek om teruggaaf dient belanghebbende het volgende over te leggen:
- —
een verklaring waaruit blijkt welke zelfstandige onroerende zaken, naast zijn eigen onroerende zaak, op deze aansluiting zijn aangesloten. Dat er sprake is van zelfstandige onroerende zaken dient te worden aangetoond door middel van kopieën van de meest recent voor die onroerende zaak afgegeven beschikking of opgelegde aanslag onroerendezaakbelasting.
- —
een kopie van de eindfactuur van het energiebedrijf;
- —
een opgaaf van de verbruikte hoeveelheid elektriciteit en gas per onroerende zaak.