Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 6:1:25 [Raad voor de kinderbescherming]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
15-06-2018, Stb. 2017, 82 jo Stb. 2018, 228 (uitgifte: 20-07-2018, kamerstukken: 34887)
22-02-2017, Stb. 2017, 82 jo Stb. 2018, 228 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken: 34086)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Jeugdstrafrecht (V)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
1.
De raad voor de kinderbescherming heeft tot taak toezicht te houden op de uitvoering van reclasseringswerkzaamheden met betrekking tot jeugdigen, en is in dat kader bevoegd de gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet danwel, indien het minderjarigen betreft, een reclasseringsinstelling als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht aanwijzingen te geven.
2.
In door Onze Minister aan te wijzen gevallen kan de raad voor de kinderbescherming de gecertificeerde instelling inschakelen voor vrijwillige begeleiding van een jeugdige of de jongvolwassene die ten tijde van het begaan van het strafbaar feit waar hij van verdacht wordt, de leeftijd van achttien jaren maar nog niet die van drieëntwintig jaren heeft bereikt.