Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/920
Procesrecht. Ondernemingsrecht. Aansprakelijkheid opvolgend bestuurder ingevolge art. 2:180 lid 2 (oud) BW op de grond dat niet is voldaan aan de stortingsplicht op de aandelen. Klachten over de niet op elkaar aansluitende motivering in het tussenarrest en het eindarrest.
HR 19-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1276
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 juli 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
18/01481
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1276, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:490, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2019
Essentie
Procesrecht. Ondernemingsrecht. Aansprakelijkheid opvolgend bestuurder ingevolge art. 2:180 lid 2 (oud) BW op de grond dat niet is voldaan aan de stortingsplicht op de aandelen. Klachten over de niet op elkaar aansluitende motivering in het tussenarrest en het eindarrest.
Partij(en)
ARREST In de zaak van 1. AABO TRADING DRACHTEN B.V., gevestigd te Drachten, hierna: Aabo Drachten 2. AABO TRADING ALMERE B.V., gevestigd te Almere, hierna: Aabo Almere, 3. AABO TRADING BREDA B.V., gevestigd te Breda, hierna: Aabo Breda 4. AABO TRADING EINDHOVEN B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.