Einde inhoudsopgave
Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland, en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen
Artikel 115 [Gemeenschappelijke controle-autoriteit voor centrale databank]
Geldend
Geldend vanaf 09-04-2013
- Redactionele toelichting
Zie Verordening 1987/2006 m.b.t. aangelegenheden die onder de werkingssfeer van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen.
- Bronpublicatie:
20-12-2006, PbEU 2006, L 381 (uitgifte: 28-12-2006, regelingnummer: 1987/2006)
- Inwerkingtreding
09-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-03-2013, PbEU 2013, L 87 (uitgifte: 27-03-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
1.
Voor het toezicht op de technisch ondersteunende functie van het Schengen-informatiesysteem is er een gemeenschappelijke controle-autoriteit, waarin de onderscheiden nationale controle-autoriteiten ieder door twee personen zijn vertegenwoordigd. Iedere Overeenkomstsluitende Partij heeft bij stemming één stem. De controle geschiedt overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst, van het Verdrag van de Raad van Europa van 28 januari 1981 tot bescherming van het individu in verband met de geautomatiseerde registratie van persoonsgegevens en met inachtneming van Aanbeveling R (87) 15 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa van 17 september 1987 tot regeling van het gebruik van persoonsgegevens op politieel gebied en met inachtneming van het nationale recht van de voor de technisch ondersteunende functie verantwoordelijke Overeenkomstsluitende Partij.
2.
Met betrekking tot de technisch ondersteunende functie heeft de gemeenschappelijke controle-autoriteit tot taak de juiste toepassing van de bepalingen van deze Overeenkomst te toetsen. Zij heeft hiertoe toegang tot het gegevensbestand van de technisch ondersteunende functie.
3.
De gemeenschappelijke controle-autoriteit is tevens bevoegd een onderzoek in te stellen naar toepassings- of interpretatiemoeilijkheden die bij de werking van het Schengen-informatiesysteem kunnen rijzen, naar problemen verband houdende met het door de nationale controle-autoriteiten op onafhankelijke wijze uitgeoefende toezicht of verleende kennisneming, alsmede geharmoniseerde voorstellen uit te werken, teneinde aan bestaande problemen gemeenschappelijke oplossingen te geven.
4.
De gemeenschappelijke controle-autoriteit rapporteert aan de instanties waaraan de nationale controle-autoriteiten rapporteren.