Einde inhoudsopgave
Politiewet 2012
Artikel 23 [Nadere regelgeving informatie- en communicatievoorziening]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2020
- Bronpublicatie:
06-03-2020, Stb. 2020, 140 (uitgifte: 15-05-2020, kamerstukken: 35065)
- Inwerkingtreding
01-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2020, Stb. 2020, 213 (uitgifte: 26-06-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Politierecht (V)
1.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:
- a.
de informatie- en communicatievoorzieningen van de politie en het gebruik daarvan door de politie en door andere organisaties die een taak hebben op het terrein van justitie, openbare orde, veiligheid of hulpverlening, en waarmee de politie ter uitvoering van de politietaak informatie- en communicatievoorzieningen deelt;
- b.
de informatiebeveiliging door de politie en door andere organisaties als bedoeld in onderdeel a.
2.
Voor zover de regels, bedoeld in het eerste lid, van belang zijn voor de uitvoering van de politietaken, bedoeld in artikel 4, kunnen zij, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie, mede worden gesteld ten aanzien van de Koninklijke marechaussee.
3.
Onze Minister kan de regionale en landelijke eenheden frequenties toewijzen voor de overdracht van gegevens door middel van de daartoe geëigende aangewezen informatie- en communicatievoorzieningen.
Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Ministers die het mede aangaat, en gehoord de Regionale Ambulancevoorzieningen en de besturen van de veiligheidsregio’s, kunnen nadere regels worden gesteld over de meldkamers, bedoeld in artikel 25a, eerste lid.