Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen
Artikel 13a
Geldend
Geldend vanaf 14-11-2014
- Bronpublicatie:
15-10-2014, Stb. 2014, 425 (uitgifte: 13-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-11-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-10-2014, Stb. 2014, 425 (uitgifte: 13-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
In of op eet- en drinkwaren zijn slechts resten, bestanddelen of omzettingsproducten van bestrijdingsmiddelen aanwezig als gevolg van goed landbouwkundig gebruik van bestrijdingsmiddelen en in hoeveelheden die niet schadelijk kunnen zijn voor de volksgezondheid.
2.
De aan Nederland opgedragen werkzaamheden, bedoeld in hoofdstuk V van verordening (EG) 396/2005, worden verricht door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
3.
Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld:
- a.
inzake het eerste lid;
- b.
voor zover noodzakelijk voor de goede uitvoering van de bij of krachtens verordening (EG) 396/2005 gestelde voorschriften.
4.
De aanvrager, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EG) 396/2005, dient zijn aanvraag in bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden.