Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 7.59 Studentenstatuut
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2021
- Bronpublicatie:
14-07-2021, Stb. 2021, 409 (uitgifte: 31-08-2021, kamerstukken: 35725)
- Inwerkingtreding
01-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-09-2021, Stb. 2021, 443 (uitgifte: 29-09-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Het instellingsbestuur stelt het studentenstatuut vast en maakt dit bekend.
2.
Het instellingsbestuur verstrekt aan iedere student bij de eerste inschrijving voor een opleiding het studentenstatuut. Indien noodzakelijk verstrekt het instellingsbestuur ook bij inschrijving voor een volgend studiejaar het studentenstatuut.
3.
Het studentenstatuut omvat een opleidingsspecifiek deel en een instellingsspecifiek deel.
4.
Het opleidingsspecifiek deel bevat in elk geval:
- a.
een beschrijving van de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten die de student door de instelling worden aangeboden, waaronder in ieder geval worden begrepen:
- 1°
informatie over de opzet, organisatie en uitvoering van het onderwijs,
- 2°
de studentenvoorzieningen, en
- 3°
de faciliteiten betreffende de studiebegeleiding,
- b.
de vastgestelde onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.13, eerste lid, en
- c.
een beschrijving van procedures die in aanvulling op de procedures, bedoeld in het vijfde lid onder b ten 2°, op de opleiding van toepassing zijn.
5.
Het instellingsspecifiek deel bevat in elk geval:
- a.
een beschrijving van de rechten en verplichtingen van de studenten, voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens de wet, en
- b.
een overzicht van de regelingen die beogen de rechten van studenten te beschermen, waarin worden opgenomen:
- 1°
een beschrijving van de procedures voor de behandeling van klachten en geschillen, bedoeld in titel 4, alsmede van de procedures voor de behandeling van geschillen inzake medezeggenschap, alsmede van de beroepsrechten die kunnen worden ontleend aan deze wet en andere wettelijke regelingen, en
- 2°
een beschrijving van aanvullende procedures ter bescherming van de rechten van studenten die door het instellingsbestuur worden getroffen.